Hét lijsttrekkersdebat: Balkenende vs. Bos
Voor de camera’s van RTL gingen Balkenende en Bos in debat. Debatrix-oprichter Lars Duursma, zelf aanwezig in de studio, doet verslag.
Het is altijd leuk om bij een groot verkiezingsdebat aanwezig te zijn. Je ziet dingen die de kijker thuis niet ziet. Vloekende fotografen, omdat ze voorafgaand aan de uitzending geen foto meer konden maken van de debaters. Jan-Peter Balkenende, die zijn vingers tijdens het debat bijkans fijnkneep van de zenuwen. CDA-campagneleider Jack de Vries, die het CDA-vak voorafgaand aan het derde deel verzocht om meer lawaai te maken.
Voorbereiding is cruciaal bij een dergelijk debat. Van Pim Fortuyn is bekend dat hij voorafgaand aan cruciale debatten enkele uren sliep om optimaal uitgerust bij het debat te verschijnen. In de wandelgangen begreep ik dat de voorbereiding van Wouter Bos allerminst ideaal was verlopen. Het begon al ’s ochtends. Terwijl Bos juist goed wilde uitslapen, verraste zijn campagneteam hem al vroeg met een ontbijt op bed. En toen hij ’s middags nog even wilde slapen in een hotel, werd hij tot vier keer toe wakker gebeld door zijn campagnemedewerkers.
Studio en televisie
In de studio maakte Bos een enorm sterke indruk. Hij was zelfverzekerd en lekker fel. Hij kon bovendien rekenen op een enthousiaste achterban, die een stuk beter georganiseerd leek dan die van het CDA. Er was een ‘aanvoerder’ die voor het debat en tussen de rondes door het publiek opzweepte. Het CDA-vak was vooral erg stil. Dat lijkt in eerste instantie misschien niet zo belangrijk, maar in het Algemeen Dagblad werden de volgende dag statistieken gepresenteerd van hoe het (gekleurde!) publiek reageerde. Het was dus wel degelijk belangrijk.
Toen ik het debat later op televisie terugzag, maakte Balkenende een veel zekerdere indruk. De spanning – duidelijk in de studio waarneembaar – was onzichtbaar, doordat het camerabeeld de handen meestal niet meenam. Ook reacties uit het publiek waren veel minder dominant dan in de studio.
Aanval vs. verdediging
Wouter Bos koos duidelijk voor de aanval. Hij interrumpeerde veel, stelde directe vragen en vroeg vaak om het woord. Zijn woordgebruik was eenvoudig en zijn uitleg vaak ietwat simplistisch. De voorbeelden waren zéér concreet (“50 euro per maand”), een wereld van verschil met de verwijzingen naar het Sociaal Cultureel Planbureau van Balkenende. “Dat zijn Haagse plaatjes”, zo probeerde Bos zich buiten het politieke establishment te plaatsen. Qua debatstijl deed Bos nog het meeste aan collega Jan Marijnissen denken.
Balkenende reageerde door vooral veel uit te leggen. Daarbij gebruikte hij regelmatig moeilijke woorden en jargon (“sociale partners”, “nieuwe solidariteit”). Hij deed dat soms wat onzeker, maar steeds rustig en statig.
Debattrucs
Bos gebruikte bekende debattrucs om zijn tegenstander in een lastig parket te brengen. Aanvallen werden vaak ingeleid door het verwijzen naar uitspraken van collega’s van de premier. Dat gebeurde met minister De Geus, maar ook met Winsemius – “uw minister”, benadrukte hij expliciet. Balkenende werd zo in een lastig parket gedwongen: hij kon niet reageren zonder zijn eigen ministers af te vallen.
Na zo’n aanval besteedde Bos vaak veel woorden aan een verhaal waar niemand het mee oneens kon zijn – iets waar Balkenende normaal in uitblinkt. Een goed voorbeeld is zijn uitweiding over het boek van Margalith Kleijwegt, “Onzichtbare ouders”. Balkenende kon daardoor lastig de tegenaanval inzetten. De premier schrok er echter niet voor terug zijn tegenstander af en toe gelijk te geven. Slim, want zo kon hij het debat snel verplaatsen naar een ander terrein.
Eigen verhaal
Bos deed vooral twee dingen tijdens het debat: de premier aanvallen en verhalen vertellen waar iedereen het mee eens was. Daardoor miste hij een onderscheidend profiel in het debat. Dé kans om wat meer over zichzelf te vertellen was de vraag over leiderschap. Een vraag die beide kandidaten aan konden zien komen, maar waar ze desondanks beiden door de mand vielen.
Bos koos opnieuw de aanval. In plaats van te laten zien wat hem een leider maakt, legde hij alleen uit waarom Balkenende geen leider was. Daarmee liet hij na te laten zien waarom hij een betere leider was – een gemiste kans. Balkenende kwam wat onzeker over, met name door tussenzinnetjes als “denk ik”. Het deed nog het meest denken aan het vragende “toch?”, na zijn opmerking tijdens de Algemene Beschouwingen over een VOC-mentaliteit.
Geloofwaardigheid
Interessant was om te zien hoe de lijsttrekkers zouden voortborduren op de eerdere aanval van Balkenende (“u draait en bent oneerlijk”) tijdens het Radio 1 debat. Want ook tijdens dit debat zou het allemaal draaien om politieke geloofwaardigheid.
De twee lijsttrekkers pakten het ditmaal subtieler aan. Balkenende refereerde herhaaldelijk aan eigen acties uit het verleden om een consistente, stabiele indruk te maken. Bos zei niet expliciet dat zijn tegenstander ongeloofwaardig was, maar confronteerde hem gedurende het debat meer dan tien keer met uitspraken uit het verleden om inconsequent gedrag van Balkenende aan te tonen.
Winnaar
Bos was de beste debater tijdens het debat. Hij was fel en had het initiatief. Balkenende kwam – met name in de studio – ietwat afwachtend en onzeker over. De debatstijl van Bos was agressiever dan we van hem gewend zijn en dan je van een mogelijke minister-president zou verwachten. Daarmee spreekt hij ongetwijfeld veel kiezers aan die twijfelen tussen de PvdA en de SP. Of kiezers hem door dit debat als een toekomstige premier zien, blijft de vraag.
© RTL Nieuws / Information Builders
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!