Jan Peter Balkenende: Goede leerling moet nog leren
Jan-Peter Balkenende is wat betreft debatteren geen natuurtalent. Maar hij is wel een goede leerling. Sinds de verkiezingsdebatten in 2003 is hij enorm vooruitgegaan. Meer dan vroeger weet hij zijn gespannen trekjes verborgen te houden voor de camera. Hij kneep tijdens het RTL-debat zijn vingers bijna fijn van de zenuwen. Maar wel buiten beeld. Zijn wat houterige optredens roepen vaak uiteenlopende reacties op. Qua houding (hij staat stijf, beweegt weinig) en qua taalgebruik („toch?”) komt hij nog steeds onzeker over. Maar aan de andere kant geldt in de politiek: hoe meer macht, hoe minder armbewegingen. En dus oogt hij als een staatsman, in tegenstelling tot de druk bewegende Bos.
De premier bereidt zich goed voor op debatten, bleek ook tijdens het EénVandaag-debat. Zijn campagneteam had een vraag over de recente kritiek van Gerrit Zalm op zijn leiderschap goed zien aankomen. Jan-Peter Balkenende had een grapje paraat en kreeg zo de lachers op zijn hand.
Met vragen die niet zijn voorbereid heeft Jan-Peter Balkenende aanzienlijk meer moeite, zo bleek toen hij Wouter Bos tijdens het RTL-debat tot driemaal toe desgevraagd geen voorbeelden kon geven. Een enorme blunder, aangezien hem tijdens de Algemene Beschouwingen precies hetzelfde was overkomen.
„Geeft u nu één simpel voorbeeld,” vroeg Bos destijds, „van een maatregel die u de afgelopen jaren heeft verdedigd, waarin u een bijdrage vroeg van de allerhoogste inkomens.” Ook toen moest de premier het antwoord schuldig blijven.
Journalist John Jansen van Galen schreef ooit dat een bedreven politicus „de taal zó kan manipuleren dat hij niet zegt wat hij zegt.” Net als partijgenoot Ruud Lubbers beheerst Jan-Peter Balkenende die kunst: een boodschap overbrengen zonder deze letterlijk uit te spreken.
In navolging van Maxime Verhagen zei hij eenmaal, tijdens het Radio1-debat, dat Bos „draait”. Die boodschap liet hij vervolgens in ieder debat terugkomen, maar subtieler. Bij het RTL-debat refereerde hij herhaaldelijk aan zijn eigen daadkrachtigheid om een consistente indruk te maken. Tijdens het EénVandaag-debat noemde hij Bos „op dit punt niet consistent.” Zonder grote woorden te gebruiken, was de boodschap duidelijk: ‘Bos draait en ik niet’.
Een duidelijke zwakte is echter zijn onvermogen om in begrijpelijke taal te spreken. Hij gebruikt veel jargon („sociale partners”, „nieuwe solidariteit”). En zelfs tijdens het Jeugdjournaaldebat verviel hij in het ene moeilijke woord na het andere. Jan-Peter Balkenende mist het inlevingsvermogen van charismatische leiders zoals Bill Clinton („I feel your pain”), die moeiteloos draagvlak kon creëren voor impopulaire maatregelen. Maar ook dát kan de goede student nog leren.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!