Ik kreeg altijd gelijk
Ruim een half jaar geleden begonnen we op deze pagina de serie Ik krijg altijd gelijk. Op 4 juni besluiten we onze zoektocht naar het Grote Gelijk met de verschijning van het boek. Vandaag sluiten we onze reeks maandagartikelen in deze krant af met een terugblik: wat voor reacties kregen we van jullie, wat hebben we daarmee gedaan en wat kunnen we van dit gezamenlijke experiment leren? En niet te vergeten: hoe heeft al jullie feedback ons geholpen bij het schrijven van het boek?
‘Ook jij kunt angst zaaien’, luidde de kop boven ons allereerste artikel in de serie. De reacties op de website lieten zich raden. Naast de mensen die ons opriepen ons ‘zinloze’ project te staken en een enkeling die vanaf het begin constructief meedacht, waren het vooral de mensen met morele bezwaren die van zich lieten horen. Na het tweede artikel in de reeks – ‘Word een wuppie, word schaars!’ – reageerde een bezoeker van de site als volgt: „Ik begin te geloven dat de deelnemers aan de discussie heel andere (ethische) opvattingen over retoriek hebben dan de columnisten”. Zo leek het inderdaad. De reactie was typerend voor het klimaat van die eerste weken.
Reacties droegen bij aan het boek
Gelukkig bleef het niet zo. Naarmate het project vorderde, bleef er een kleine maar gedreven kern van websitebezoekers over die onze artikelen iedere week kritisch beoordeelde. Gaandeweg verschoof ons idee van de manier waarop we de reacties op de website in het boek zouden kunnen verwerken. In eerste instantie waren we vooral geïnteresseerd in het citeren van de voorbeelden uit het dagelijks leven die ons door de lezers zouden worden aangereikt. In de praktijk bleken de reacties echter een andere, veel belangrijker functie te vervullen: ze hielpen ons bij het aanvullen en aanscherpen van onze uitgangspunten en ideeën.
Zo publiceerden we in februari een column over het belang van onderbouwing, een onderwerp dat ook in het boek zal terugkomen. Uit de reacties op de website bleek dat het artikel niet duidelijk genoeg was, en bij nadere bestudering moesten we de kritische bezoekers daarin gelijk geven. We hebben de tekst over dit onderwerp daarom voor het boek geheel herschreven. Daarbij hebben we extra scherp gelet op de toegankelijkheid.
Meer in het algemeen hebben we de reacties op de verschillende columns laten meewegen in onze keuze voor de thema’s die we in het boek zullen behandelen. Ook het enthousiasme van de bezoekers heeft daarbij een duidelijke rol gespeeld: onderwerpen waar minder animo voor bestond, hebben we laten liggen of zullen we wat minder uitgebreid aan de orde stellen. Andere thema’s hebben we juist beter uitgewerkt, zoals het stellen van lastige vragen en het omgaan met de lastige vragen van anderen.
We werden echter vooral aangemoedigd om van ons boek een consistent geheel te maken. Het was onze bezoekers bijvoorbeeld opgevallen dat veel manipulatieve trucs zich slecht verdragen met het opwekken van sympathie. Dus wat wilden we nu eigenlijk? Kritische opmerkingen als deze zijn uiteindelijk medebepalend geweest voor de definitieve vorm van het boek: een praktische handleiding met een logische structuur.
Felle discussies vonden plaats
Maar wat hebben we nu zelf geleerd van het project? Om te beginnen hebben we aan den lijve ondervonden dat gelijk krijgen zich soms slecht verdraagt met het gebruiken van controversiële voorbeelden. De aanleiding was een column over herhaling, waarin we een historische bron aanhaalden die we hier niet zullen herhalen omdat we er niet blijvend mee geassocieerd willen worden. Het leidde tot uiterst felle discussies op de website, waarin met name Take zich niet onbetuigd liet. Het werd een persoonlijk leermoment: Take moest naderhand erkennen dat hij in de discussie voornamelijk bezig was geweest met gelijk hebben in plaats van gelijk krijgen. Hij heeft beterschap beloofd.
Daarnaast hebben we de impact van een eerste deel in de lange reeks onderschat. We kozen weloverwogen voor een provocerende start met het thema ‘angst zaaien’ om zo de aandacht van de lezer te trekken. Het artikel was prikkelend, maar niet echt representatief voor de hele reeks. De toon was gezet, maar het was niet de juiste toon. Het was beter geweest om het artikel later in de reeks te plaatsen.
Ten slotte hebben we veel gehad aan de discussies over illustraties bij onze artikelen. Het fotografencollectief LOS had elke week de zware taak om het maandagstuk van een passend beeld te voorzien. Het dwong ons om na te denken over concrete en tot de verbeelding sprekende voorbeelden. Een aansprekende vorm gaat soms ten koste van de inhoud. In dit geval werd de inhoud door de vorm versterkt. Sterker nog: lezers verwezen niet naar „het stuk over lastige vragen”, maar over „het stuk bij die foto met de kunstgebitten”.
Iets anders dat we inmiddels hebben geleerd, is hoe divers het lezerspubliek is dat we het afgelopen half jaar hebben opgebouwd. Onze prijsvraag is wat dat betreft een echte eyeopener geweest. Ruim een week geleden riepen we jullie op om ons op een leuke en originele wijze te vertellen waarom je Ik krijg altijd gelijk zou willen lezen; de beste reacties gaan we publiceren in het boek. Alle genoemde lezers worden beloond met een gratis gesigneerd exemplaar.
Gelijk krijgen in het onderwijs
Onze oproep was niet tegen dovemansoren gericht. De reacties stromen binnen, en ze komen uit alle hoeken en gaten van de maatschappij: een advocaat, een hoofd inkoop, een management consultant, een analist, een hoofdredacteur, een predikant, een veiligheidskundige, een gepensioneerd bankier, een directeur, managers, studenten, docenten, ambtenaren – en daarmee hebben we nog lang niet iedereen genoemd. We waren plezierig verrast door alle reacties vanuit het onderwijs. Y.C. Posthuma, docent Nederlands, noemde de stukken een „praktische aanvulling op het argumentatieonderwijs in de bovenbouw, onmisbaar bij het voeren van een debat in de klas!” Op sommige scholen is het doornemen van de artikelen zelfs een vast onderdeel van de maandagochtend geworden. Dat belooft nog wat met deze nieuwe generatie gelijkkrijgers!
De prijsvraag loopt trouwens nog steeds. Reageren kan tot morgen via www.ikkrijgaltijdgelijk.nl. Om jullie een idee te geven van het vereiste niveau, sluiten we af met twee reacties die we de afgelopen week ontvingen. Eerst T. de Blok: „Iets krijgen is altijd veel bevredigender dan iets al hebben. Ik krijg dus liever gelijk dan dat ik gelijk heb”. En hoe zouden we deze serie beter kunnen besluiten dan met de woorden van de rijksambtenaar John van Dijk? Hij schrijft ons: „Jullie hebben nu 24 keer gelijk gehad, het wordt tijd dat ik nu eens een keer gelijk krijg. Dat is niet alleen in mijn belang, het is ook een zaak van algemeen belang.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!