‘Het moment is daar…’ en dat dus twintig keer
Vannacht houdt Barack Obama een van de belangrijkste toespraken uit zijn leven. Hij spreekt een menigte toe van 75.000 enthousiaste aanhangers, ter afsluiting van de Democratische conventie in Denver. Tientallen miljoenen Amerikanen zullen de speech volgen via televisie en internet. Naar de precieze inhoud van Obama’s woorden kunnen we op dit moment slechts gissen, maar de vorm is voorspelbaar. Voorspelbaar en doeltreffend. Stijlfiguren, claptraps en een zinderende climax—ze missen hun uitwerking op het grote publiek niet. Misschien is de vorm zelfs wel belangrijker dan de inhoud van de toespraak.
Anafoor
Hoe ziet die vorm er dan uit? Om te beginnen maakt Barack Obama bij elke toespraak gebruik van een aantal vaste stijlfiguren. Zijn absolute favoriet: de anafoor. Dat is het herhalen van dezelfde reeks woorden aan het begin van een aantal opeenvolgende zinnen of alinea’s. “This is the moment…” zo sprak Obama maar liefst veertien maal bij zijn toespraak in Berlijn. Dat klonk niet alleen indrukwekkend, het was ook nog eens bijzonder effectief. De anafoor stelt je namelijk in staat om uiteenlopende thema’s moeiteloos met elkaar te verbinden. Zo stelde Obama in Berlijn binnen twee minuten terrorisme, klimaatverandering en globalisering aan de orde—thema’s die op het eerste oog weinig met elkaar te maken hebben, maar dankzij de anafoor logisch en vanzelfsprekend in elkaar over liepen.
Het is de ideale stijlfiguur voor een conventiespeech. Immers, de doelgroep van een dergelijke toespraak—Amerikaanse kiezers die overwegen op Obama te stemmen—is zeer divers. Door verschillende onderwerpen van je speech te verpakken in een anafoor kun je met weinig woorden heel veel kiezers bedienen. Obama’s conventiespeech zal hoogstwaarschijnlijk meerdere anaforen bevatten waarmee hij de unieke mogelijkheid voor verandering onderstreept (“Now is the time…”) en kiezers aanspoort om samen met hem deze kans te pakken (“Let us…”).
Applaus
Stijlfiguren zorgen er niet alleen voor dat een toespraak beter in het gehoor ligt, ze zijn ook van groot belang voor het regisseren van applaus. Want hoewel de daadwerkelijke doelgroep van Obama niet in het stadion zit, is perfecte interactie tussen de presidentskandidaat en de aanwezige menigte cruciaal. Conventiespeeches worden gemiddeld meer dan eens per minuut onderbroken door een staande ovatie van de aanwezigen. En dat is maar goed ook, want de televisiekijkers raken—bewust of onbewust—sneller overtuigd door een bejubelde spreker.
Maar applaus kan ook een heel verkeerde uitwerking hebben. Als Obama vannacht enkele stiltes laat vallen voordat hij applaus krijgt, lijkt het al snel alsof hij zelfvoldaan het applaus opeist. En zo’n moment ontstaat al snel in een menigte van 75.000 aanhangers. Stel, er beginnen 5.000 aanwezigen te applaudisseren. Op de televisie hoor je dat nauwelijks, maar Obama hoort het wel degelijk. Hij blijft stil. Het publiek lijkt stil. Pijnlijk!
Claptraps
Obama zal dit potentiële probleem ondervangen door zijn toespraak, meer nog dan anders, te voorzien van zogenaamde claptraps. Dit zijn zorgvuldig gekozen formuleringen die direct applaus opwekken bij het publiek, zeker als ze gecombineerd worden met een aanzwellend stemvolume. De aanwezigen horen zo aan de stem van de spreker wanneer ze geacht worden te applaudisseren. Een claptrap wordt bovendien vaak ondersteund door een stijlfiguur. Zo gebruikt Obama veelvuldig het contrast (“you can decide whether we’re going to travel the same worn path, or whether we chart a new course that offers real hope for the future”). Eerst vertelt hij hoe het beslist níet moet, om daarna pas zijn oplossingen te bieden. Ook gebruikt Obama de drieslag (“these enemies must be found, they must be pursued, and they must be defeated”) om een punt sterker aan te zetten. Nog luider zal het applaus zijn als hij het contrast en de drieslag combineert: “There’s not a liberal America and a conservative America; there’s the United States of America!”
Deze claptraps zijn geen overbodige franje. Ze zijn bittere noodzaak bij het geven van een speech die alle aanwezigen tegelijkertijd en op het juiste moment laat applaudisseren. En de claptraps dragen bij aan een zinderende climax. Let maar eens op: telkens wanneer Barack Obama wordt onderbroken door applaus, zal hij zijn toespraak voortzetten ruim voordat het applaus is verstomd. Een soort valse bescheidenheid—alsof hij wil benadrukken dat niet hijzelf centraal staat, maar zijn boodschap. Het effect hiervan is dat het publiek steeds gedwongen wordt het applaus voor een deel ‘in te slikken’ en zijn enthousiasme dus niet de vrije loop kan laten. Pas wanneer Obama met stemverheffing heeft toegewerkt naar de laatste woorden uit zijn speech, kunnen de toeschouwers zich eindelijk helemaal laten gaan—en dat zullen ze doen ook! Terwijl de ballonnen worden losgelaten en de muziek begint te spelen, is het publiek nog minutenlang in extase. Een beeld dat beklijft en overtuigt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!