Debatanalyse McCain-Obama: 0-0
Er stond veel op het spel bij het eerste presidentiële debat tussen Barack Obama en John McCain. Beide kandidaten vielen aan, maar wilden vooral niet verliezen. En dus eindigde het eerste debat, dat vooral over buitenlands beleid ging, in een spannende 0-0. Wat viel op?
Obama: krachtige taal
Om te beginnen hadden beide kandidaten zichtbaar aan hun debatvaardigheden gewerkt. Neem Obama. Tijdens de Democratische voorverkiezingen legde hij het in het debat duidelijk af tegen Hillary Clinton. Hoewel een groot spreker, had hij er in het verleden veel moeite mee zijn belangrijkste punten kort en bondig te formuleren.
Tijdens dit debat had Obama zijn vaak langdradige antwoorden – met storende ehm’s – ingeruild voor krachtige taal. Zijn eerste antwoord was daar een goed voorbeeld van. In vier heldere punten zette hij uiteen aan welke voorwaarden het reddingsplan voor de financiële sector moet voldoen. Direct daarna stelde hij dat deze crisis het gevolg is van acht jaar economisch wanbeleid door George Bush – wanbeleid dat McCain keer op keer had gesteund. Vanaf het begin tot aan het einde van het debat, in totaal tien keer, koppelde Obama zijn tegenstander aan de impopulaire president. Daarmee had hij een duidelijk en consistent verhaal.
McCain: rustiger
McCain was zoals te verwachten feller en emotioneler, maar liet zich daarbij niet van zijn stuk brengen. In het verleden werd hij nog wel eens zichtbaar boos op zijn tegenstanders. Vaak maakt emotie een kandidaat authentiek, maar debatten om het presidentschap zijn ook een test: wie kan het best presteren onder grote druk? Heftige emoties zorgen dikwijls voor twijfel over de vraag of de kandidaat wel uit het goede hout is gesneden.
Obama probeerde McCain een aantal keer te provoceren. “John”, zo zei hij, “het is jouw president waarvan je zelf hebt gezegd dat je het 90 procent van de tijd met hem eens bent…” Feitelijk was dit onjuist: McCain heeft wel eens gezegd dat anderen stelden dat hij het 90 procent van de tijd met Bush eens was. Maar als hij hier (fel) op had gereageerd, dan had Obama het punt gewonnen. Immers: de discussie was dan vooral gegaan over de overeenkomsten tussen Bush en McCain. In plaats daarvan grapte hij: “Het is alom bekend dat ik niet ben gekozen tot Miss Congeniality in de Senaat of bij de regering.”
Niet verliezen
De voorzichtigheid waarmee de kandidaten hun woorden kozen was begrijpelijk. Verkiezingsdebatten kun je lastig winnen en eenvoudig verliezen. Van de meeste debatten om het Amerikaanse presidentschap weten we dan ook vooral wie verloor, en waarom. Eén verspreking kan funest zijn, en zelfs subtiele lichaamstaal maakt vaak het verschil. Zo was de scherpe debater Al Gore in 2004 topfavoriet bij zijn debatten tegen George W. Bush. En hoewel hij verbaal sterker was, deden de denigrerende zuchten die hij slaakte – telkens wanneer Bush het woord voerde – hem de das om. Vier jaar geleden verloor Bush de debatten met John Kerry omdat hij zichtbaar geïrriteerd overkwam, alsof hij het maar tijdverspilling vond.
Lichaamstaal
Ook dit debat werd gekenmerkt door een opvallend verschil in lichaamstaal. Zo keek McCain glazig voor zich uit, elke keer als Obama aan het woord was. De Democraat daarentegen keek geïnteresseerd naar McCain wanneer deze het woord voerde. McCain leek zich vooral te richten tot de mensen in de zaal, Obama keek vaker recht de camera in en richtte zich tot de kijkers thuis. Het verklaart wellicht waarom na afloop een kleine meerderheid van de in de zaal aanwezige experts vond dat McCain iets sterker was, terwijl bij peilingen onder televisiekijkers Obama als winnaar uit de bus kwam.
Spin
Direct na afloop van het debat werden televisiekijkers bestookt met commentaar en analyses van tientallen spindoctors, collega-senatoren en campagnemedewerkers. Alles werd uit de kast gehaald om het publiek het gevoel te geven dat hun kandidaat beter was, en de woorden van de kandidaten mooier te laten klinken dan ze in werkelijkheid waren. Typisch Amerikaans? Welnee. Ook Marcus Tullius Cicero, één van de grootste sprekers ooit, was lang niet altijd tevreden over zijn eigen woorden. Daarom liet hij zijn toespraken regelmatig mooier opschrijven dan hij ze ooit had uitgesproken. Slechts zijn verfraaide speeches hebben de tand des tijds doorstaan.
Of dat met de gedegen 0-0 tussen McCain en Obama ook zo zal gaan? Dat is twijfelachtig. Wedstrijden blijven je bij vanwege de doelpunten – en die waren er helaas niet.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!