Bellen voor de McCain-campagne?!
Gisteren bezochten Victor en ik voor de tweede keer een rally van Barack Obama. Morgen zullen we voor de tweede keer een rally van John McCain bezoeken. Vandaag hadden we een dag over. Een tussendag in Virginia Beach, waar Victor ruim drie jaar heeft gewoond. Maar in plaats van een dagje aan het koude strand kozen we voor iets heel anders. Vandaag hebben we kiezers gebeld namens de campagnes van John McCain én Barack Obama.
Is het wel ethisch om Amerikaanse kiezers te bellen voor een presidentskandidaat waar we zelf waarschijnlijk niet op zouden stemmen? Uiteindelijk besloten Victor en ik van wel. Er zijn best goede argumenten denkbaar om op John McCain te stemmen. Bovendien ging het ons meer om het onderzoek naar de wijze waarop de campagnes de kiezer proberen te overtuigen. We willen graag meer mensen laten zien hoe het er echt aan toe gaat bij de Amerikaanse verkiezingen. En omdat we beiden wat meer voor Obama zijn dan voor McCain, hebben we tweemaal zo lang gebeld voor de Democratische campagne. Probleem opgelost. 🙂
Op zoek naar argumenten
We begonnen ’s ochtends met het bellen voor de McCain-campagne. Onderweg naar het kantoor van de campagne bedachten Victor en ik hoe we Amerikaanse kiezers het beste zouden kunnen overtuigen om op McCain te stemmen. “In hectic times we need an experienced leader”, zo hadden we eerder al bedacht. Victor voegde daar aan toe: “This election, you can choose between empty rhetoric and real change.” Ik stelde voor om meer aandacht te vragen voor het ethos (karakter) van beide kandidaten. Elke Amerikaan kan straks kiezen tussen “a true war hero” en “a rookie with questionable friends”. De laatste televisiespotjes van McCain reikten ook wel een interessant argument aan: “Obama is not ready… YET” Dus: we begrijpen het best als je positief staat ten opzichte van Obama. Maar zou het niet beter zijn voor Amerika als hij nog vier jaar ervaring opdoet voordat hij het stokje overneemt?
Het belscript
Het campagnekantoor was gevestigd op een kleine zolderetage. We werden ontvangen door een meisje van zo’n 25 jaar, dat ons direct leidde naar een klein en broeierig belhok van maximaal twintig vierkante meter. Zo’n tien vrijwilligers – de meesten 50+, eentje was rond de 20 – waren non-stop aan het bellen. Het meisje legde ons uit hoe alles werkte. Het script was simpel. De introductie: “Hi, my name is ….. and I’m a volunteer calling on behalf of McCain-Palin 2008. Can John McCain and Sarah Palin count on your support on Election Day?” Geen icebreaker dus (“How are you today?”) maar direct en to the point. De tweede en derde vraag gingen waren identiek, maar dan over de kandidaten voor het congres en de senaat.
Het belhok en de vrijwilligers
Wanneer iemand aangaf voor McCain te stemmen, dan was de vervolgzin: “Please remember that Election Day is on Tuesday November 4th, and polling places are open from 6am to 7pm. Thanks so much for support.” Bij twijfel of een voorkeur voor Obama was de vervolgzin: “Thank you for your time.” (einde) Geen overtuigpogingen dus bij het bellen. Al onze argumenten waren voor niets bedacht. In het script stond nog een zinnetje daarna: “This call has been paid for by the Republican National Committee and is authorized by McCain for President, Gilmore for Senate and Drake for Congress.” Jeetje, moesten wij dat bij elk gesprek uitspreken? Nee hoor, zo werd ons gelukkig verzekerd door een collega-beller: “That’s just for the lawyers”.
Het belscript vereiste geen improvisatie of meedenken
Telefoons
De telefoons waren vrij geavanceerd. Ze waren aangesloten op de nationale database van de Republikeinse partij, de beruchte Voter Vault. We kregen een lijstje met kiezers, die elk een unieke code hadden. Die code moesten we invullen op de telefoon, waarna in beeld verscheen welke kiezer daarbij hoorde. Tijdens het gesprek konden we de antwoorden direct invoeren op de telefoon. En kregen we de voicemail van een beller, dan konden we met één druk op de knop zorgen dat er een vooraf ingesproken bericht werd doorgestuurd naar die voicemail. Alles werd direct automatisch doorgesluisd naar het systeem van de Republikeinen. Erg vernuftig allemaal, en wat dat betreft volstrekt onvergelijkbaar met wat we eerder hadden meegemaakt bij het bellen voor Obama in Pottsville, Pennsylvania.
De telefoon
Hier stonden de kiezers die je moest bellen
Hun code voerde je in op de telefoon
Irritatie
De kiezers reageerden over het algemeen geïrriteerd als we ons voorstelden. Soms legden ze direct de hoorn op de haak. Regelmatig riepen ze dat ze voor Obama stemden en dat we hen met rust moesten laten. Tot zover niet nieuws: dat viel te verwachten. Wat ik veel opmerkelijker vond, is dat ook McCain-supporters regelmatig geïrriteerd reageerden. Toen we in Pottsville voor Obama belden, reageerden eigenlijk alle Obama-supporters erg enthousiast. Goed dat we hier mee bezig waren, dat soort opmerkingen kregen we. Maar deze keer kreeg ik ook regelmatig een Republikein aan de lijn die kort opmerkte dat hij of zij voor McCain stemde en vervolgens doodleuk de hoorn erop legde.
Wat kon hiervan de oorzaak zijn? Het lag niet aan Victor en mij – alle medewerkers kregen zulke reacties. Sterker nog: het was één van de elementen die leidde tot een gevoel van eenheid onder de bellende vrijwilligers. We leefden mee met elkaar, herkenden het gevoel van de kiezer die de hoorn erop gooide – en konden er met zijn allen om lachen. “Guess not!”, zo riep de vrijwilliger naast mij regelmatig lachend uit wanneer de lijn stilviel tijdens of na zijn eerste vraag. En de rest lachte vrolijk mee.
Misschien lag het aan het script. Het was wel erg direct zo, met de deur in huis vallend. Victor en ik vermoeden echter dat het te maken heeft met de overexposure. De mensen die we aan de lijn kregen, worden waarschijnlijk al weken bestookt met telefoontjes. Telefoontjes van de beiden campagnes, en daarbinnen vaak ook nog telefoontjes van de lokale afdeling en de landelijke partij – ondanks het geavanceerde systeem bellen die wel eens langs elkaar. Daarnaast zijn er nog de belangenorganisaties die kiezers bestoken met telefoontjes. Al met al zullen de meeste inwoners van de swing state Virginia alle aandacht waarschijnlijk meer dan zat zijn. Elke keer wanneer ze hun telefoon aanzetten, zit er weer een nieuwe automatisch gegenereerde voicemail in. En dat leidt tot frustratie.
Morgen een verslag van onze middag – waarin we belden voor de campagne van Barack Obama!
De verschillende afdelingen in Virginia hielden onderling bij hoeveel mensen gebeld werden. De coördinator — die verder niet zoveel leek te doen — kwam om de zoveel tijd naar binnen om te schreeuwen dat er sneller gebeld moest worden; we raakten onze top 3 notering kwijt!
Hoi Lars en Victor, jullie blog is reuze interessant om te lezen. Als onderzoekje naar overtuigingskracht zijn de Amerikaanse verkiezingen een fantastische casestudie. En daarnaast leveren jullie (wellicht onbedoeld) een goed beeld van de excessen van een personendemocratie. Hoewel het me gerust stelt dat de partij die de meest geavanceerde telefoons bezit niet vanzelfsprekend de betere campagne voert : )
Het is opvallend dat ze daar zo erg op productie sturen (aantal telefoontjes) terwijl het hier volgens mij gaat om het resultaat (aantal overtuigde kiezers of kiezers die ook daadwerkelijk gaan stemmen)
overigens… is niet juist onethisch om als overtuig deskundigen extra lang voor Obama te gaan bellen? Die arme kiezers hebben geen schijn van kans. 😉