Een historisch verkiezingsdebat in Groot Britannië
Vanavond vond in Manchester, Groot Brittannië het eerste TV debat ooit plaats tussen Britse partijleiders. Wie wel eens een debat in het Lagerhuis heeft gezien weet dat het vol kan zitten met passie, energie en emotie. Dit debat niet. Het debat was kalm, zakelijk en inhoudelijk. Ook al kan meer dan 98% van het land niet op deze mensen stemmen, toch keek heel het land uit naar dit historische debat. Maar zonder grote fouten of memorabele momenten was dit debat vooral historisch omdat het plaats vond, niet omdat het het verloop van de verkiezingen drastisch verandert.
Nick Clegg
Volgens de eerste peilingen won de relatief onbekende Nick Clegg, de leider van de Liberal Democrats, het debat. Ik verklaar dit als volgt. Hij liet zien met dezelfde beheersing over de onderwerpen (en de politiek gevoelige details) te kunnen spreken als de twee concurrenten van de traditionele partijen. Maar omdat hij niet tot die partijen behoort heeft hij tot nu toe minder aandacht gekregen. Met dit debat staat hij plotsklaps op hetzelfde niveau als de leiders van Labour en de Conservative Party.
Zijn strategie was het neerzetten van zijn partij als een alternatief voor de gewone gang van zaken. Hij probeert dus het falen van Labour te vertalen naar het falen van de politiek als geheel. Telkens sprak hij dus over wat de andere twee partijen verenigde (“the consensus between the parties is…”, “the more they attack eachother, the more they sound alike.”). Daar tegenover plaatste hij de nieuwe politiek die zijn partij wil bedrijven (“it’s not just what you say but what you do”).
David Cameron
David Cameron probeerde tijdens het debat zich zo veel mogelijk te profileren als staatsman. Hij viel de status quo aan maar zonder daarbij expliciet Labour de schuld te geven. En sprak waardering uit voor het werk van het Britse leger in Afghanistan en de National Health Service. In een 1-op-1 debat met Gordon Brown zou deze strategie waarschijnlijk succesvoller zijn dan in een debat met ook Clegg, die hem vaak het wind uit de zeilen nam door eerder én harder Brown aan te vallen.
Gordon Brown
Gordon Brown is Gordon Brown. Saai, deskundig en degelijk. Met zowel zijn openingspleidooi als zijn afsluiting zette hij in op de economie. Vermoedelijk omdat hij de reputatie heeft verstand te hebben van de economie (als minister van financiën jaren lang onder Tony Blair). Hij waarschuwde twee maal voor een nieuwe economische dip waardoor hij impliciet benadrukte hoe belangrijk het is om een leider te hebben die al eerder het land uit een recessie heeft geholpen. Verder had hij de neiging om elk antwoord te beginnen met een opmerking waarbij je het niet oneens kan zijn. (“Elderly people should not have to choose between the home they live in and the care they need.”)
Bij het eerste antwoord van Brown in het debat op een vraag over immigratie begon hij zijn eigen beleid vooral te verdedigen. Het is dan makkelijk voor de anderen om Brown af te schilderen als het verleden waarmee moet worden afgerekend. Bij de daaropvolgende vragen deed hij het slimmer door een visie neer te leggen en concrete indicaties van beleid van zijn nieuwe regering te geven.
Conclusie
Dat de Amerikaanse Commission on Presidential Debates de organisatie van dit debat heeft begeleid zal niemand verrassen. Qua vorm, opstelling en insteek was dit debat zeer vergelijkbaar met de debatten tussen Amerikaanse presidentskandidaten. Sommige analisten zullen de rauwheid van een Brits Lagerhuisdebat missen, maar ik denk dat de inhoudelijke diepgang ook best voor wat telt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!