Mark Rutte: debatteren met 290 woorden per minuut
Mark Rutte toont zich in de aanloop naar de verkiezingen de beste debater. Als koploper in de peilingen wordt hij veelvuldig aangepakt door de andere lijsttrekkers, maar schijnbaar moeiteloos weet hij elke aanval inhoudelijk en beknopt te pareren. Ook zijn eigen boodschap brengt hij overtuigend over het voetlicht tijdens de debatten.
Hoewel Rutte vaak wordt aangevallen, laat hij zich zelden in het defensief dwingen. Een inhoudelijke reactie op de aanvallen van tegenstanders koppelt hij steevast aan een tegenaanval, waardoor hij het initiatief houdt in felle discussies. Dat deed hij bijvoorbeeld tijdens het eerste lijsttrekkersdebat op Radio 1. Daar verklaarde Jan Peter Balkenende tot verrassing van velen de hypotheekrenteaftrek tot een breekpunt, waarna hij de VVD-leider uitdaagde om hem te volgen. “Misplaatste stoerheid,” aldus Rutte, om de bal direct terug te kaatsen: “Wij komen onze afspraken na. Dat ligt anders bij het CDA.” Hij illustreerde zijn punt door te wijzen op de door het CDA in 2006 verbroken verkiezingsbelofte rondom de Bosbelasting.
In zijn aanvallen kan Rutte erg fel zijn. Tijdens hetzelfde debat viel hij Job Cohen keihard aan op zijn leiderschap. Met drie concrete voorbeelden – Rutte houdt van lijstjes – wilde hij laten zien dat Cohen de boel helemaal niet bij elkaar hield op cruciale momenten. Strategisch was het slim om zijn tegenstander niet op zijn zwakste maar op zijn sterkste punt aan te vallen. En de aanval was effectief: Cohen werd flink uit balans gebracht en had nauwelijks een weerwoord.
Debatteren kan hij wel
Debatteren kan Rutte dus wel. Maar dat kon hij al voordat hij steeg in de peilingen. Wat is er veranderd?
Aan de ene kant heeft hij aan geloofwaardigheid gewonnen door zich sinds 2008 met dezelfde boodschap te profileren. Al tijdens de Algemene Beschouwingen dat jaar waarschuwde hij voor de gevolgen van de economische crisis en benadrukte hij dezelfde thema’s (terugdringen staatsschuld, hervormen sociale zekerheid, minder geld naar ontwikkelingssamenwerking). Kiezers waarderen die consistentie. Rutte is daardoor geloofwaardiger geworden, waardoor zijn woorden meer kracht krijgen.
Tegelijkertijd zegt hij minder dingen die afleiden van zijn belangrijkste boodschap. Hij is meer on message, zoals de Amerikanen het noemen. Tot vervelens toe herhaalt hij met exact dezelfde woorden zijn belangrijkste punten tijdens debatten en interviews. Saai voor de politieke insiders, maar effectief voor het bereiken van de gemiddelde kiezer. Want die ziet hooguit één of twee debatten.
En wat leren we hiervan?
De meeste mensen waarderen niet alleen consistentie bij anderen. Ze zijn ook zelf graag consistent. Daar kan jij handig gebruik van maken als je een nieuw voorstel introduceert.
Door te laten zien hoe jouw plan in het verlengde ligt van een plan dat eerder door jouw doelgroep werd aangenomen, doe je een beroep op de neiging van mensen om consistent te zijn.
En wat leren we hiervan? Presenteer jouw plan als een logisch vervolg op iets wat jouw doelgroep al eerder heeft aanvaard.
Een rasdebater
Als er iets op de debatvaardigheden van Rutte is aan te merken, dan is het wel dat hij teveel overkomt als een debater. Dat wordt al snel geassocieerd met betweterigheid. Cohen verweet Rutte tijdens het RTL4 Premiersdebat dat hij net deed alsof hij bij een “studentendebatingclub” zat. Dat het verwijt beklijfde was weinig verrassend.
Om te beginnen heeft Rutte de neiging om zeer snel te spreken. Zo sprak hij tijdens het één-op-één debat bij televisieprogramma Het Lagerhuis met gemiddeld 236 woorden per minuut. Problematisch was echter niet zozeer de gemiddelde snelheid – tegenstander Cohen sprak slechts 16 woorden per minuut langzamer – maar het feit dat hij af en toe versnelde tot zo’n 290 woorden per minuut. Dat is bijna twee keer het gebruikelijke spreektempo in een gesprek.
Ook toont hij wel erg veel scoringsdrift en laat hij zelden een moment van reflectie, twijfel of afweging zien. Elke kritiek op zijn standpunt weerlegt hij zonder blikken of blozen. Daarmee riskeert hij gezien te worden als iemand die niet openstaat voor andere ideeën en enkel weerlegt om het weerleggen.
Mensen overtuigen
De beste debater is niet zozeer degene die gezien wordt als de beste debater, maar degene die de meeste mensen overtuigt. Dat was het verschil tussen de klassieke retorici Cicero en Demosthenes. Als Cicero sprak, dan bewonderde het publiek zijn welbespraaktheid. Als Demosthenes sprak, dan zette hij zijn publiek aan tot actie.
Als Rutte effectiever wil debatteren, dan kan hij beter Demosthenes dan Cicero als voorbeeld nemen.
Trackbacks & Pingbacks
[…] is Mark Rutte, die in de verkiezingsdebatten van 2010 de argumenten van de andere lijsttrekkers pareerde met een simpele uitroep als ”Onzin!” en vervolgens zijn eigen stokpaardjes herhaalde. Kortom, […]
[…] publiceerde Lars samen met collega Victor Vlam in nrc.next een uitgebreide analyse van de debatvaardigheden van Mark Rutte. In 2006 schreef Lars voor nrc.next ook al een analyse van Mark […]
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!