Algemeen Dagblad over oneliners: Wie heeft de kortste?
“U bent toch niet aan het Grieks boekhouden?” “Het dreigt nu Return of the Nerds part IV te worden.” “En de Grieken nemen nog een glaasje ouzo.” De debatten over de eurocrisis staan bol van de politieke oneliners. Maar hoe spontaan zijn die spitsvondigheden? “Als je die ene goede zin te pakken hebt, kunnen tv-kijkers hem ’s avonds in de kroeg herhalen.”
Zaterdag publiceerde Algemeen Dagblad een interessant artikel over politieke oneliners. Voor het stuk interviewde AD-journalist Eefje Oomen een aantal experts en ervaringsdeskundigen, waaronder Hans Wiegel, Emile Roemer, speechwriter Renée Broekmeulen, hoogleraar vaderlandse geschiedenis Henk te Velde en Debatrix-oprichter Lars Duursma.
Hieronder enkele leuke quotes en een kader waarin Lars tips geeft om zelf een oneliner te formuleren.
Emile Roemer over de voorbereiding op debatten:
SP-leider Emile Roemer heeft er geen moeite mee toe te geven dat lang niet al zijn kwinkslagen zomaar aanwaaien. “Als ik een belangrijk debat heb, bereid ik me met vertrouwelingen binnen de partij voor. En, natuurlijk, dan bedenken we samen pakkende uitspraken.” De zin “de economie is als een klein plantje, die moet je water geven, maar jij komt met zo’n heggenschaar aanzetten” komt uit zo’n brainstormsessie. Roemer: “Ik wist van tevoren: die ga ik een keer gebruiken als ik met Rutte in debat ga.”
Hans Wiegel over zijn oneliners:
Dan is er altijd die enkeling die een gouden oneliner gewoon uit de mouwen schudt. Hans Wiegel bijvoorbeeld, wiens uitspraken nog altijd op internet circuleren. Het VVD-erelid bezweert dat zijn beroemde uitval naar PvdA’er Joop den Uyl ‘Sinterklaas bestáát, daar zit ie!’ spontaan opkwam. “Alleen de speeches die over technisch ingewikkelde dingen gingen, stonden op papier. Andere debatten, zoals voor verkiezingen, deed ik aan de hand van een paar kaartjes. Die oneliners kwamen vanzelf.”
‘De beste premier die Nederland nooit had’ (nog zo’n eentje, van eigen hand) vindt het jammer dat de improvisatie verdwijnt. “Ik hoor dat de huidige Kamerleden soms zes keer op hun verhaal geoefend hebben. Ingestudeerde lesjes, dat zijn het. Ik mis de kraak en de smaak, de bulderende lach.” Roemer. Die vind hij ‘wel leuk’. Wiegel: “Doet me een beetje aan mezelf denken.”
Kader Politieke oneliners voor ‘dummies’ met tips van Lars:
Kan iedereen het? In oneliners spreken? Debatkampioen Lars Duursma, directeur van Debatrix, denkt van wel. Maar dan moeten ‘dummies’ zich wel aan de volgende spelregels houden.
- Bedenk dat de oneliner een ingewikkeld verhaal in één zin samenvat. Een zin, die iedereen kan onthouden en navertellen. Een voorbeeld: ‘Windmolens draaien niet op wind, die draaien op subsidie’. (Mark Rutte)
- Goede oneliners maken gebruik van stijlmiddelen als het contrast en de drieslag. Of een combinatie van beide. Een voorbeeld van een contrast: ,,Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country.” (John F. Kennedy) Een voorbeeld van de drieslag: ,,Government of the people, by the people, for the people.’’ (Abraham Lincoln) De combinatie: ,,There’s not a liberal America and a conservative America – there’s the United States of America.” (Barack Obama) En natuurlijk: ,,Ik ben niet links, ik ben niet rechts, maar recht door zee.’’ (Rita Verdonk)
- Er hoort een aankondiging aan de oneliner vooraf te komen zodat iedereen op het puntje van zijn stoel zit. Zo leidde Kennedy de klassieker hierboven in ‘And so, my fellow Americans: (pauze) Ask not …”
- Timing is alles. Duursma: ,,Als je niet op de juiste momenten pauzes in bouwt, dan komt de oneliner er niet uit. Zie de link www.debatrix.nl/applaus.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!