PvdA’ers keuren alleen het eigen vlees
De kandidaten voor het PvdA-leiderschap willen niet toelichten waarom zij zichzelf de beste leider vinden voor de PvdA. Dat is niets anders dan campagneweigering.
Lekkerste vlees
Vier ambitieuze slagers doen mee aan een spannende verkiezing: wie heeft het lekkerste vlees?
“Ik heb uitstekend vlees”, vertelt de eerste kandidaat trots. “Wij ook!”, roepen de tweede en derde kandidaat in koor. Glunderend kijken ze om zich heen. Dan mengt kandidaat nummer vier zich in de strijd: “Mijn vlees is absoluut heerlijk!”
Een kritische journalist mengt zich in het schouwspel. Hij vraagt de eerste kandidaat waarom zijn vlees lekkerder is dan het vlees van de andere slagers. Het vastberaden antwoord: “Ik vertel alleen waarom mijn vlees lekker is. Laat de andere kandidaten maar vertellen waarom hun vlees lekker is.” De journalist protesteert: “Maar u vindt toch dat uw vlees lekkerder is dan het vlees van de anderen?” Zelfs die conclusie durft de eerste kandidaat niet voor zijn rekening te nemen: “Ik vind dat mijn vlees lekker is. Laat anderen maar bepalen wie het lekkerste vlees heeft.”
Dat is, grofweg, hoe de verkiezingsstrijd om het partijleiderschap van de Partij van de Arbeid zich tot nu toe voltrekt.
Campagneweigering
Het is begrijpelijk dat de kandidaten zich terughoudend opstellen met opmerkingen over elkaar en elkaars ideeën. Na het plotselinge aftreden van Job Cohen kreeg de Tweede-Kamerfractie veel verwijten over het gebrek aan fatsoen en collegialiteit. Maar dat de kandidaten nu zélfs niet willen toelichten waarom zij zichzelf de beste leider vinden voor de PvdA, is niets anders dan campagneweigering.
Het leidt bovendien tot gênante en beschadigende momenten in de media. Neem het interview van Martijn van Dam bij De Wereld Draait Door. Natuurlijk deed hij een hoop fout. Toen Matthijs van Nieuwkerk de eerste serie vragen op hem afvuurde met een gemiddelde snelheid van 275 woorden per minuut — normale mensen converseren met hooguit 150 woorden per minuut — had hij nooit in datzelfde tempo moeten reageren. Niet zijn ding. En doordat de zweetpareltjes aan het einde van het gesprek van zijn voorhoofd gutsten, ontstond een allerminst fraai beeld.
Maar waar het écht mis ging, was Van Dams zichtbare worsteling met wat hij als kandidaat nu wel of niet kan zeggen. Hij durfde geen antwoord te geven op Van Nieuwkerks legitieme vraag waarin hij nu verschilt van bijvoorbeeld Diederik Samsom. Van Dam: “Ik ga je alleen sterke punten van Diederik noemen.” Want: “We willen samen de partij groot maken, dat is de kans waar we nu voor staan.” Hij weigerde meerdere malen een antwoord te geven op de vraag. Tot frustratie van kijker én kiezer.
Burgemeestersreferendum Utrecht
Deze kandidaten zullen de komende weken deelnemen aan vier verkiezingsdebatten. Die debatten zijn alleen zinvol als kandidaten kunnen uitleggen op welke manier zij dit politiek leiderschap invulling gaan geven en mogen uitleggen waarom dit in hun ogen de beste manier is om invulling te geven aan het leiderschap. Niet een goede manier, maar de beste. Misschien zelfs wel: de enige goede manier.
Want als de PvdA niet uitkijkt, dan wordt deze verkiezing een herhaling van het Utrechtse burgemeestersreferendum in 2007. Het zag er heel gezellig uit: Aleid Wolfsen en Ralph Pans die gebroederlijk door het winkelcentrum liepen om samen folders uit te delen. Maar geen van beiden wist uit te leggen waarom hij de beste kandidaat was voor het burgemeesterschap. Geen van beiden wist uit te leggen wat een burgemeester nu eigenlijk doet, kan doen en moet doen. En geen van beiden wist uit te leggen wat nu eigenlijk het belang was van de verkiezing.
Het gevolg? De kiezer kon geen goede keuze maken en bleef massaal thuis. De winnaar kreeg een twijfelachtig mandaat.
The Voice of PvdA
Als de PvdA dit scenario wil voorkomen, zullen de kandidaten om het partijleiderschap écht duidelijk moeten maken wat er op het spel staat bij deze verkiezingen. Daarvoor moeten ze niet te lang stilstaan bij wat hen bindt, maar uit durven leggen wat hen onderscheidt. En moet die belachelijke afspraak dat de kandidaten niets over elkaar mogen zeggen van de baan.
Anders is het misschien wel beter om de geplande verkiezingsdebatten af te gelasten. Zomaar een ideetje: is John de Mol niet te porren voor The Voice of PvdA? In drie heuse battles kunnen de kandidaten dan hun kwaliteiten bewijzen. Ik stel voor dat we beginnen met een één-op-één debat met Emile Roemer. In de tweede ronde worden de kandidaten gegrild door Pownews-interviewer Rutger Castricum. Met als climax een finaledebat tegen Geert Wilders. Laat maar zien wat voor vlees je in de kuip hebt!
Ideaal is het niet, zo’n politieke amusementsshow. Maar het is beter dan een serie verkiezingsdebatten met slagers die uitsluitend bereid zijn hun eigen vlees te keuren.
Wie is de beste debater?
Job Cohen kwam onvoldoende uit de verf tijdens belangrijke debatten en slaagde er niet in om de Partij van de Arbeid duidelijk te profileren. Hoe zit het met de communicatievaardigheden van de vier nieuwe kandidaten? Zijn zij in staat om overeind te blijven in debatten met Mark Rutte, Emile Roemer en Geert Wilders?
Martijn van Dam
Martijn van Dam toont zich meestal een scherpe debater met een rustige, ingetogen stijl. Wel legt hij weinig gevoelswaarde in zijn woorden, waardoor hij over kan komen als een ‘wedstrijddebater’: iemand die met hetzelfde gemak ieder standpunt kan verdedigen. Jammer van het optreden bij De Wereld Draait Door. |
Diederik Samsom
Diederik Samsom toont zich tot nu toe de meest gretige en bevlogen kandidaat. Dat komt vooral omdat hij ingewikkelde onderwerpen simpel en met pakkende voorbeelden kan uitleggen. De laatste week komt hij wel minder spontaan over door het veelvuldig gebruiken van dezelfde soundbites. |
Ronald Plasterk
Ronald Plasterk roept dezelfde sympathie op als Cohen, maar onderscheidt zich van hem door het gebruik van humor en relativeringsvermogen. Hij komt warm en betrokken over, spreekt in no-nonsense taal maar doet soms wat overdreven populair — kijk mij eens gewoon zijn met mijn Haagse accent. |
Nebahat Albayrak
Als (voorlopig) enige vrouwelijke kandidaat heeft Nebahat Albayrak een verlegen maar vriendelijke, charmante en soms zelfs wat ondeugende stijl. Met die stijl weet ze zich vaak eenvoudig uit lastige situaties te redden. Door een gebrek aan pathos zijn haar woorden echter weinig memorabel: ze heeft de neiging hele lange zinnen te formuleren die het ene oor in en het andere oor uit gaan. |
Welke woorden gebruiken zij het meest?
Deze woorden gebruikten de vier kandidaten in de laatste vier maanden het meest tijdens debatten in de Tweede Kamer. Martijn van Dam spreekt veel over Nederland en weinig over Europa. Heeft het veel vaker over commissies dan anderen. Voor Diederik Samsom is het meest gebruikte woord ‘wijzelf’ — een woord dat anderen dan weer nauwelijks gebruiken. Ronald Plasterk benadrukt veel wat hij denkt (“ik denk”). Sprak als financieel woordvoerder veel over de steun aan Griekenland en de gevolgen voor Nederland. Nebahat Albayrak heeft Europa in haar portefeuille en dat zie je terug in haar woordgebruik (Nederland, Europa, buitenland).
Word cloud: onderzoeksbureau Veneficus
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!