Wat zeggen woordjes als ‘ik’, ‘mij’ of ‘mijn’ over jou?
Hoe vaak gebruik jij ‘ik’, ‘mij’ of ‘mijn’ in jouw teksten? Kijk eens kritisch naar de laatste mail die je net verstuurd hebt of de laatste mail die je van een collega kreeg. Want juist dit soort woorden zeggen veel over iemands persoonlijkheid.
De Amerikaanse professor James Pennebaker onderzocht met zijn team meer dan 400.000 (!) teksten, waaronder essays van studenten, berichtjes tussen geliefden en transcripten van persconferenties. Zijn conclusie: met name woorden als ‘ik’, ‘mij’ en ‘mijn’ onthullen veel over degene die ze gebruikt. Deze woorden worden vooral veel gebruikt door:
- mensen met een depressie
- mensen met een lagere status
Zo ontdekte hij bij toeval dat het gebruik van bovenstaande woorden het belangrijkste verschil vormt in de teksten van dichters die zelfmoord hebben gepleegd. Er was dus geen verschil in ‘positieve’ of ‘negatieve’ woorden, maar wel in het gebruik van woorden als ‘ik’. Toen hij militaire transcripten bestudeerde, kon hij aan de hand van zulke woorden feilloos ontleden wat iemands rang is in het leger.
“Ik denk niet dat ik het daar mee eens ben.”
Dat zinnetje zegt dus al heel veel. Je had ook kunnen zeggen: “Ik ben het daar niet mee eens.” Of: “Onzin.” De dubbele ‘ik’ in die zin geeft aan dat deze spreker erg op zichzelf is gericht.
Wil je het direct uitproberen? Vraag anderen dan eens wat voor weer het is buiten. Er is namelijk een groot verschil tussen antwoorden als “het is koud” en “ik denk dat het koud is”. Als je tijdens een sollicitatiegesprek op zoek bent naar iemand die snel beslissingen durft te nemen, dan is volgens James Pennebaker iemand die het eerste antwoord geeft waarschijnlijk een betere match.
Meer weten?
Dit artikel is gebaseerd op een blog van de Harvard Business Review. Daar vind je meer informatie.
Beste Lars, dank voor dit interessante bericht. Weet jij wie zich in Nederland met dit soort onderzoek bezighouden, bij voorkeur middels geautomatiseerde analyses? Hartelijke groet, Bruno
Ha Bruno, ik ken niemand die zich hier in Nederland mee bezig houdt, maar ik gok dat er op de Universiteit van Amsterdam wel onderzoekers zijn die zich hier mee bezig houden (vakgroep taalbeheersing). En anders misschien onderzoekers die zich hebben verdiept in kunstmatige intelligentie, bijv. in Utrecht?
Is het voornaamste verschil tussen “het is koud” en “ik denk dat het koud is” niet gewoon de ‘guarding term’ “ik denk”?
Mensen met lagere status zullen hier inderdaad vaker gebruik van maken aangezien zij meer in de positie zullen komen dat ze zich moeten verantwoorden voor hun uitspraken en daarvoor wat flexibiliteit inbouwen…
Dat is een mogelijke verklaring, inderdaad. Dank voor je reactie!
Er is nog wel een andere kant aan dit verhaal: Veel communicatie-specialisten propageren juist het ‘Ik’ gebruik om de betrokkenheid te accentueren, de ‘eigen’ boodschap, het gevoels-element.
Dit ook vaak in tegenstelling tot het gebruik van ‘je’, waarbij deze ‘je’ een verkapte ‘we’ is en daardoor feitelijk wordt verwezen naar een overeenkomstige moraal.
Een ‘lagere’ status of depressie is dan niet van toepassing.
Een belangrijke nuance: James Pennebaker keurt het gebruik van ‘ik’ niet af, noch beweert hij dat je het woord nooit moet gebruiken. Hij stelt slechts dat bovengemiddeld gebruik van het woord wijst op bepaalde persoonlijkheidseigenschappen.
En als je op zoek bent naar iemand die weloverwogen beslissingen neemt, kies je voor voor de tweede.
Idealiter heb je binnen een organisatie waarschijnlijk een variëteit aan persoonlijkheidskenmerken. 🙂
“Ik ben het er niet mee eens”. “Zijn conclusie: met name woorden als ‘ik’, ‘mij’ en ‘mijn’ onthullen veel over degene die ze gebruikt. Deze woorden worden vooral veel gebruikt door:
mensen met een depressie
mensen met een lagere status ”
IK vind (!) dat IK geen depressie heb als IK laat merken dat iets MIJ persoonlijk raakt of waar IK verantwoordelijk voor was en dat IK het niet in ME heb om iemand op zijn/haar neus te slaan wanneer IK beledigd wordt.
Dit is een goed voorbeeld, vind IK, van een onderzoek waarvan IK vermoed dat de keuze (!) voor deze conclusies getuigt van het naar de conclusies toeschrijven. IK denk dat de onderzoeker een mogelijke latente depressie onder de leden heeft en/of neerkijkt op mensen die weinig gestudeerd hebben.
Vindt u MIJN reactie een beetje dom, u heeft gelijk dit vind IK ook! Dit komt omdat de conclusies van dit onderzoek weinig toevoegen aan MIJN kennis van de basisvaardigheden van het intermenselijk verkeer.
Beste Frank, daarmee doe je de gerenommeerde wetenschapper Pennebaker tekort. In de blog op Harvard Business Review (zie link) vertelt hij hoe hij tot zijn conclusies is gekomen: door middel van inductie. Dat hij vooringenomen zou zijn, vind ik wat kort door de bocht.
Koeien zijn dieren, maar niet alle dieren zijn koeien. Dat dichters die zelfmoord plegen veel ‘ik’ in hun teksten gebruiken, zegt niet dat er een direct verband tussen ‘ik’-gebruik en depressiviteit is. Wellicht zijn mensen die veel ‘ik’ gebruiken juist gevoeliger en meer betrokken bij hun leefwereld, bewust van hun eigen, persoonlijke interpretatie en beleving van de dingen om hen heen. En door datzelfde, meer intens gevoelsleven ook bevattelijker voor depressies.
Ik durf zonder enig wetenschappelijk kennis te beweren dat mensen die zelfmoord plegen achteraf ook gemiddeld creatievere denkers blijken te zijn. Dat betekent niet dat creatieve denkers vaker depressief zijn, maar dat creatieve denkers gewoon gevoeliger zijn – zowel in positieve als ook, als het misgaat, in negatieve zin.
Beste Frans, dat lijkt me een plausibele verklaring. Pennebaker heeft echter niet alleen onderzoek gedaan naar dichters, maar aan de hand van 400.000 teksten ook breder gekeken naar het verband tussen depressies en het gebruik van ‘ik’. Overigens stelt hij expliciet vast dat er slechts sprake is van een correlatie, zonder daarbij een causaliteit te veronderstellen. Sterker nog, op z’n website beweert hij:
“Does changing your I-word use make you more dominant, less depressed, richer, and more Obama-like? Sadly, no. The ways people use pronouns reflects their psychological state more than changing it. Once you snap out of your depression, your I-word use will drop. But changing your I-words probably won’t affect your depression.”
Heren, heren….hierboven! bekijk het nou gewoon iets genuanceerder en wees blij met de positieve bijdrage aan het ‘Bewust schrijven’. Zo kun je het inspirerend laten zijn, zonder dat het je beperkt. Feel free and enjoy!