Omgaan met lastige vragen: waarom je het woord ‘koekhappen’ beter kunt vermijden
Op NU.nl deden experts van Debatrix vorige week live verslag van het interview met prins Willem-Alexander en prinses Máxima. In totaal volgden 150 duizend (!) mensen de liveblog over hun lichaamstaal en gesprekstechnieken. Eén observatie leent zich wel voor een overtuigtip. Binnen een minuut nam het koningspaar namelijk acht keer het woord ‘koek’ in de mond. Dat kun jij beter.
De vraag over koekhappen was niet meer dan een plagerijtje van Rick Nieman. In zo’n geval kun je er beter niet te lang en serieus op doorgaan. Vaak volstaat een algemeen zinnetje als reactie, liefst luchtig gebracht (zie onder). Vertel daarna wat je wél wil. Zo breng je de discussie naar een onderwerp waar je het liever over hebt.
Hieronder een transcript van het bewuste fragment:
NIEMAN:
Koekhappen is eigenlijk gewoon heel leuk.PRINSES MÁXIMA:
Maar we hebben niet zo vaak gekoekhapt…PRINS VAN ORANJE:
Ik heb twee keer gekoekhapt over de laatste 15 jaar. Eén keer in Deventer, de koekstad. Daar kan je niet anders dan koekhappen, als je in de koekstad bent. En het was één keer voor Guinness Book of Records in Scheveningen zoveel mogelijk koekhappen achter elkaar.PRINSES MÁXIMA:
Ik heb virtueel gekoekhapt.PRINS VAN ORANJE:
Jij hebt virtueel gekoekhapt in Almere.PRINSES MÁXIMA:
Maar de essentie is, denk ik, is het meest belangrijk: dat wij te gast zijn bij een gemeente in Nederland en dat wij vieren met ze. Op hun manier van vieren. Dat zal wel blijven.
‘Koekhappen’ is nou typisch zo’n woord dat blijft hangen als je het een paar keer uitspreekt — zeker als je het woord ‘koek’ ACHT keer noemt. Dit was een handiger antwoord geweest:
NIEMAN:
Koekhappen is eigenlijk gewoon heel leuk.PRINSES MÁXIMA:
Het is een mooie traditie. (Lacht) Maar de essentie is, denk ik, het meest belangrijk: dat wij te gast zijn bij een gemeente in Nederland en dat wij vieren met ze. Op hun manier van vieren. Dat zal wel blijven.
Andere koek
Ook in het bedrijfsleven en in de politiek leggen mensen onbedoeld de nadruk op termen waarmee ze liever niet geassocieerd willen worden — vooral als er veel op het spel staat. Dat gaat vaak heel onschuldig. Vraag uit het publiek: “Waarom zijn jullie zo duur?” Antwoord: “Duur? Je wilt weten waarom wij zo duur zijn? Eh… Ik denk niet dat we duur zijn hoor! … En ook ons laatste product is beslist niet duur. … Dat zeggen mensen eigenlijk nooit, dat we duur zijn.” Welk woordje denk je dat nu blijft hangen in bij de aanwezigen?
Probeer oprecht te begrijpen wat de ander graag wil weten. Als je dat niet zeker weet, vraag dan gerust door (“Hoe bedoel je dat precies?”). In het voorbeeld hierboven is er iets bijzonders aan de hand: er zit een beladen term (duur) in de vraag. Meestal is het verstandig om zulke termen te mijden in je antwoord. Beter is in zo’n geval om de essentie van de vraag in je eigen woorden samen te vatten: “Ik leg graag uit waar onze tarieven op gebaseerd zijn.”
Meer tips
Meer tips over het omgaan met lastige vragen vind je hier:
- Hoe haal je de angel uit een lastige vraag? (met het bedrijfspoedel-fragment!)
- Hoe overtuig je als je het antwoord NIET weet?
- Wat kun jij leren van de blunder van Jeroen Dijsselbloem?
Succes!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!