Waarom je niet tegelijk empathisch én analytisch kunt zijn
Lange tijd moesten psychologen vooral gissen hoe onze hersenen precies werken. Tegenwoordig leggen ze hun proefpersonen onder fMRI-scanners en kunnen ze direct zien wat in ons brein gebeurt. Dat levert interessante inzichten op. Zoals deze: het is fysiek onmogelijk om op hetzelfde moment empathisch én analytisch te denken.
Dat betekent nogal wat. Als directeur van een organisatie word je namelijk geacht om bij beslissingen zowel de strategie te doorgronden als je te verplaatsen in het lot van alle trouwe medewerkers en klanten. En bij de aankoop van een huis moet je je niet alleen voorstellen hoe jullie straks samen voor die open haard zitten maar ook afvragen of het financieel wel een verstandige zet is.
Onderdrukking
Onderzoeker Anthony Jack publiceerde in NeuroImage wat er gebeurt met onze hersenen zodra we nadenken over sociale en natuurkundige vraagstukken. Zodra je over een sociaal vraagstuk nadenkt, lichten de netwerken op die worden geassocieerd met sociaal, emotioneel en moreel handelen. Denk je na over een natuurkundig vraagstuk, dan lichten de netwerken op die we associëren met wetenschappelijk, wiskundig en logisch redeneren. Tot zover niets nieuws.
Maar nu komt het. Uit de hersenscans bleek bovendien dat zodra je hersenen het ene netwerk activeren, het andere netwerk automatisch wordt gedeactiveerd. Je kunt dus niet tegelijkertijd empathisch én analytisch denken. “Je wilt dat je CEO analytisch sterk is om een bedrijf goed te kunnen besturen,” aldus onderzoeker Jack. “Maar als je te veel vastzit in een analytische denktrant, kun je je moreel kompas verliezen.”
Optische illusie
Om de werking van het brein voor een breder publiek inzichtelijk te maken, vergelijkt hij het fenomeen met de optische illusies. Je kunt in het plaatje hieronder een konijn herkennen of een eend, maar nooit beide tegelijkertijd.
(Deze illusie werd overigens vooral beroemd nadat filosoof Ludwig Wittgenstein het aanhaalde in zijn standaardwerk Filosofische onderzoekingen (1953). Maar het plaatje verscheen ruim zestig jaar eerder al in een Duits humoristisch tijdschrift — geen grap.)
Wat ga jij nu anders doen?
Dit inzicht betekent veel voor de manier waarop je het beste beslissingen kunt nemen en de wijze waarop je anderen het meest effectief kunt overtuigen. Ik ben heel benieuwd: wat zou jij nu al anders doen? Reageer hieronder!
Volgende week een vervolg op deze tip met daarin reacties van lezers!
Om harde conclusies te trekken en aanbevelingen te doen op basis van een onderzoek met 45 studenten, waarbij de onderzoeker zich in voorzichtiger bewoordingen uitlaat en nader onderzoek aanraadt, lijkt me prematuur en acht ik weinig overtuigend.
Ha Sylvia, dank voor je reactie!
Nuance en zorgvuldigheid is altijd goed, je kwalificatie “prematuur” vind ik overtrokken. Wetenschappelijke publicaties bevatten immers vrijwel per definitie beperkingen (‘limitations’) en aanbevelingen tot vervolgonderzoek (‘suggestions for future research’), dat maakt ze natuurlijk niet noodzakelijk minder overtuigend — integendeel haast. Ook is het lastig om te stellen dat de onderzoeksgroep (n=45) per definitie te klein is om harde conclusies te trekken. Bij veel sociale experimenten is dat wél het geval (wanneer je enquêtes afneemt of gedrag observeert), in de neurowetenschap zijn zulke onderzoeksgroepen veel gangbaarder. Niet voor niets vond het toch vrij bekende en peer reviewed tijdschrift NeuroImage de conclusies voldoende overtuigend om het artikel te publiceren.
Daarnaast sluit het onderzoek redelijk aan bij eerdere en veelgeciteerde onderzoeken, waaronder dit bekende onderzoek dat we in een eerdere overtuigtip al aanhaalden. Zelfs als je nog niet 100% overtuigd bent, kun je je afvragen of je het je kunt permitteren om er niet op z’n minst rekening mee te houden dat onze hersenen op deze manier werken. Zéker als je er op een vrij simpele manier mee op in kunt spelen. En dan zet deze tip hopelijk toch aan tot nadenken. 🙂
Of dit nu wel of niet wetenschappelijk bewezen is, het lijkt mij goed om bij bepaalde beslissingen te onderzoeken welke gevoelens of emotionele processen een rol spelen en daarnaast de feitelijke analyse te maken. Je zou ook kunnen bedenken wat zwaarder moet wegen , welke criteria een rol spelen.
Er bestaat al lang een plaatje (poster) onder de naam “what’s in a mans mind” waarin je een mooie vrouw of een heks ziet.
Kan overigens alleen in zwart wit. Om daarmee nou hersenreacties “te bewijzen”……..?
Beste John, onderzoeker Anthony Jack gebruikte het plaatje niet om de werking van ons brein te “bewijzen” — daarvoor gebruikte hij fMRI-scanners. Hij gebruikt het plaatje tijdens interviews als metafoor om een ingewikkeld proces in de hersenen te illustreren voor een breder publiek dan neurowetenschappers. Maar uit de reacties hier merk ik dat de metafoor die hij gebruikt misschien toch meer verwarring oplevert dan helderheid schept. Ik zal ’t m mailen.
Oh, ik begrijp het: het is zijn schuld dat jij dit overnam 🙂 :-)…
Ter verduidelijking: volgens mij gaat het niet om dat plaatje. We begrijpen dat dat plaatje een metafoor is. Tezelfdertijd: het lijkt een goede metafoor. Want als het onderzoek niks zegt over de tijd die het brein nodig heeft om om te schakelen, dan wat heeft het voor zin er op terug te vallen en dit artikel te schrijven? Enfin: zie reactie 11 hieronder…
Beste overtuigers,
jullie overtuigen me niet.
Het lukt me makkelijk de twee vormen tegelijk te zien. Ook in besluitvormingsprocessen voel ik altijd de geschetste spagaat maar “weet”gewoon wanneer mijn gevoel te veel meeswingt en wanneer het harde denken teveel kapot zou maken.
Ik ga niet oordelen of de bewering waar is dat een hersennetwerk niet actief is als een andere op dat moment werkt. We kunnen snel genoeg overschakelen van de ‘eend’ naar het ‘konijn’ om die met een fractie tussentijd beiden te zien. Zo kan men dus ook denken, desnoods met behulp van visuele hulp de ene gedachtegang beschrijven en verder denken met de andere competentie.
Bewust van zijn is belangrijk. Het kan soms helpen om in een andere omgeving, op een andere stoel te gaan zitten om de ‘minder voorkeur’ kant in te zetten. Of een buddy zoeken die na jouw analyse even de zaak vanuit het ‘empatisch perspectief bekijkt. Een complementait samengesteld management comité waar men bewust is van de specifieke waarde van elk van de leden kan interessant zijn.
Een goede tip als voorbereiding om iemand te overtuigen. Edward de Bono (uitvinder van het Lateraal Denken) gaat op hetzelfde fenomeen in zijn boeken. Hij laat o.a. zien hoe belangrijk het is om verschillende perspectieven NA ELKAAR op een probleem of standpunt los te laten.
Je focust je slechts op één aspect (b.v. emotie) en exploreer je alles wat hiermee te maken heeft. Daarna richt je je op een ander aspect (b.v. feiten en cijfers). Je zet als het ware steeds een andere hoed/pet op. Aanrader dit boek!
Zit je tegenstander dus met een analytische hoed op, dan is die niet ontvankelijk voor b.v. de emotionele of neutrale hoed.
Ik vind het een duidelijk verhaal en het plaatje geeft mijns inziens juist een mooi voorbeeld van hoe het werkt. Alleen het doel de vraag, wat ik hier door anders ga doen, ontgaat mij. Hoewel je niet tegelijk empathisch en analytisch kan denken, betekent dit niet dat je dit niet allebei doet. Het één sluit het ander niet uit. Vaak zul je vanuit meerdere perspectieven een beslissing maken. Dit heb je waarschijnlijk altijd al gedaan alleen niet zo bewust als het nu wordt neergezet in dit artikel. Vergelijk het met multitasking. Het is onderzocht dat je taken nooit tegelijk kan uitvoeren, maar dat je dit (onbewust) volgtijdelijk doet. Maar als je het een multitasker vraagt zal die gevoelsmatig nog steeds alles tegelijk doen. Ook al zeg je dat het in de hersenen anders werkt. Dus… Wat is de tip in dit artikel?
Zeer interessant. Ik deel de mening van mensen die voor mij hebben gereageerd dat het niet zozeer “òf-òf” is als wel volgtijdelijk. Het zou zomaar kunnen dat nazi-experimenteerarts Mengele best in staat was tot een redelijk normaal affectief huisvaderschap. De meeste mensen hebben natuurlijk een een ‘voorkeursmode’. Dat is die stand waar je je het prettigste in voelt èn waarin je automatisch terecht komt als er sprake is van stress of pressie. Het is van groot belang je daarvan bewust te zijn en jezelf te trainen in het daarnaast ook aandacht besteden aan de andere kant. Waarom is dat van belang? Allereerst om morele reden (zie Mengele). Ten tweede om praktische reden: zonder grondige analyse geen voortschrijdende kennis!
Ik sluit me aan bij de reactie van Myrthe. In mijn werk als mediator werk ik bewust met beide invalshoeken. Eerst onderzoeken en begrijpen hoe het zit (analytisch); daarna bespreken en meeleven met hoe het voor de ander is (empatisch). Door te beginnen met een analyse voelen mensen zich serieus genomen. Het versterkt het gevoel van begrepen worden omdat je niet alleen meeleeft maar echt moeite doet om de situatie te begrijpen. Dat beide hersenhelften niet tegelijk aktief zijn, is dan ook geen probleem.
Zie over het algemeen uit naar jullie tips, maar deze is niet doordacht. Zegt dat onderzoek iets over hoe snel men kan overschakelen van analytisch naar empatisch? Lijkt me de hamvraag. Als het een kwestie van milliseconden of minder is (met een beetje oefening kan je gemakkelijk eend en konijn tegelijkertijd zien), zoals met het plaatje, dan wat heeft het voor zin om dit hele stuk te schrijven? Veel mensen weten uit ervaring dat ze moeiteloos kunnen switchen tussen analytisch en empatisch, dus wat dat onderzoek ook zegt: een meer kritische opstelling was op z’n plaats geweest. Maar nogmaals: meestal hebben jullie interessante tips 🙂
Ha Walter, dank voor je reacties. Fijn dat je onze tips interessant vindt!
De onderzoeker impliceert dat het niet zo makkelijk is om snel te schakelen tussen analytisch en empatisch, in elk geval niet binnen enkele milliseconden:
Ben het wel met je eens dat onze tips doorgaans duidelijker zijn. Gelukkig maar! 🙂