Framing: het coronavirus en de impact van taal
Gisteren was je nog een mens van vlees en bloed. En vandaag word je op nationale televisie weggezet als een ‘casus’ die ‘in strikte isolatie’ is geplaatst om het ‘besmettingsgevaar’ te minimaliseren. Als een gevaar voor onze samenleving. Wat is de impact van taal in het maatschappelijke debat over het coronavirus? Wat betekent dat voor iedereen die informatie feitelijk en neutraal wil overbrengen? En van wie kunnen we in dit opzicht iets leren? Lees hier de nieuwe overtuigtip van onze expert Lars Duursma.
Dit artikel verscheen eerder op Volkskrant.nl.
Dit gebeurde er
Bijna dagelijks zijn er persconferenties over het coronavirus. Dat gaat meestal goed, al is het geluid bij de geïmproviseerde bijeenkomsten soms matig en komt minister Bruno Bruins (Medische Zorg) bij vlagen wat warrig en onzeker over. Maar gelukkig zit naast hem dan RIVM-directeur Jaap van Dissel, die trefzeker vertelt hoe het allemaal zit. Ook via andere communicatiekanalen wordt de belangrijkste informatie snel en adequaat gedeeld.
Weinig reden tot klagen, dus. Behalve wellicht als je zélf het coronavirus hebt. Dan word je ineens publiekelijk besproken als een ‘casus’ die voldeed aan de ‘casusdefinitie’. Je bent ‘bemonsterd’ en ‘in strikte isolatie’ geplaatst om zo het ‘besmettingsgevaar’ te minimaliseren. De taal is abstract en de focus ligt op jou als gevaar voor de samenleving.
Wat dat betreft was de Amsterdamse persconferentie met burgemeester Femke Halsema een verademing. Na een korte opsomming van de belangrijkste informatie sprak ze als volgt over een vrouw met het coronavirus: ‘Voor haar is de situatie buitengewoon akelig, niet in de laatste plaats omdat ook leden uit haar gezin in beeld zijn. U zult begrijpen dat wij met haar meeleven en hopen op een spoedig herstel.’
(fragment hierboven vanaf 1:10m)
Wat leren we daarvan?
Wanneer organisaties zo neutraal en feitelijk mogelijk willen communiceren, is empathie vaak het eerste dat wegvalt. Dat is extra problematisch nu de collectieve angst voor het virus ertoe leidt dat we vooral bezorgd lijken om onszelf. Taal kan grote invloed hebben op hoe we naar corona-patiënten kijken: als gevaren waartegen we zo goed mogelijk beschermd moeten worden, of als slachtoffers die zo goed mogelijk geholpen moeten worden. Als een gedehumaniseerde casus of als iemand van vlees en bloed die nog veel meer te vrezen heeft dan wij allen bij elkaar.
Een medicijn voor het coronavirus is er nog niet. Maar wat meer empathie voor de patiënten zou al helpen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!