Waarom óók jouw geheugen niet te vertrouwen is
Onze samenleving hecht veel vertrouwen aan herinneringen. Iets je niet kunnen herinneren maakt je daarom ook vaak een leugenaar of dement. Als we naar de wetenschap kijken is dit vertrouwen in ons geheugen geheel ongegrond. Sterker nog, je zaken zeer stellig WEL herinneren is mogelijk nog dubieuzer. Laten we een ontnuchterende blik in de wetenschap van ons geheugen werpen.
Het brein is GEEN computer.
We zien ons brein graag als een soort computer. Dat we accepteren dat het geen optimale computer is, vertelt ons eigenlijk al dat de veelgemaakte vergelijking van het brein als computer op veel vlakken niet klopt. Zo wordt bijvoorbeeld niet alle informatie automatisch opgeslagen in ons brein. Ons brein slaat juist hele selectieve informatie op. Sterker nog, heel veel informatie komt niet eens bij je binnen.
We nemen niet alles in onze omgeving zo scherp op als we graag denken. Het is ook om deze reden dat ooggetuigen-verslagen vaak niet voldoende zijn als enkel bewijs in een rechtszaak. Dit komt overigens niet alleen omdat we ons niet alles kunnen herinneren, maar omdat hetgeen wat wij ons wél kunnen herinneren niet 100% te vertrouwen is. Een bekend voorbeeld hiervan is het zogenoemde ‘change blindness’. In tal van experimenten werden mensen geconfronteerd met grote veranderingen in hun omgeving die ze totaal niet opmerkten. Zie hier bijvoorbeeld hoe mensen het niet eens doorhebben wanneer er iemand voor hun neus vervangen wordt door iemand anders.
But it gets worse…
In een klassiek experiment verzamelde cognitief psycholoog Elizabeth Loftus met haar collega’s informatie over de jeugd van studenten. Tijdens dit experiment liep Elizabeth met de studenten in haar lab en passeerde een lijst van gebeurtenissen uit zijn of haar jeugd. Één van deze gebeurtenissen beschreef een moment waarbij een van de studenten op vijfjarige leeftijd was weggelopen van haar ouders in een winkelcentrum. Na een aantal angstige momenten voor zowel het kind zelf als de ouders was er gelukkig een vriendelijke oudere man die het kind terug had gebracht.
Nu was deze gebeurtenis bij elke student aan het lijstje toegevoegd en had dus helemaal nooit plaatsgevonden. Toen de studenten een tijd later weer teruggevraagd werden in het lab, wist maar liefst 25% van de deelnemers zich dit niet bestaande voorval te ‘herinneren’. Sterker nog, velen hadden er sterke beelden en herinneringen aan toegevoegd. Het is één van de vele onderzoeken waaruit blijkt hoe ‘contamineerbaar’ ons geheugen is via simpele suggesties. Zo lieten andere onderzoeken mensen geloven dat ze met Bugs Bunny in Disney Land hadden geknuffeld (Detail: Bugs is geen Disney-figuur), gekkigheid uithaalden bij een bruiloft, een luchtballonvaart maakten of een ziekenhuisbezoek maakten na te zijn aangevallen door een gemene hond.
Ontdek het zelf!
De wetenschap laat dus zien dat ons brein beide kanten op fouten maakt. We zien dingen die echt gebeuren over het hoofd én tegelijkertijd is ons brein in staat om zelf herinneringen te bouwen die werkelijk hebben plaatsgevonden. Dit komt doordat ons geheugen in ons onderbewustzijn zelf associaties bouwt. Dat laatste blijkt ook uit het volgende onderzoek. De psychologen Fritz Heider en Marianne Simmel lieten in 1940 dit filmpje zien in hun onderzoek en vroegen daarna mensen te beschrijven wat ze hadden gezien. Nu is het tijd om jezelf te testen. Wat zie jij hieronder gebeuren?
De meeste deelnemers zagen hele soap’s plaatsvinden. Avonturen waarbij het kleine rondje werd bedreigd door de grote boze driehoek en waarbij de kleine driehoek het kleine roze balletje redt om samen te vluchten. Slechts drie van de 114 deelnemers gaven een antwoord in de trant van ‘Ik zag geometrische vormen zich verplaatsen op een scherm.’ Kortom, ons brein wil dolgraag informatie structureren en associeert het daarom met iets anders. Zo krijgt het als het ware een plekje toegewezen in je hoofd.
Uitdaging
Daag je collega maar eens uit voor het volgende experiment. Noem de volgende woorden achter elkaar op en vraag de ander vervolgens zich zo veel mogelijk woorden van dit rijtje te herinneren en op te schrijven: bed, rust, ontwaken, dutje, droom, snurken, sluimer, deken, moe, knikkebollen. En nu komt het…de kans is zeer aanwezig dat jouw collega het woord ‘slaap’ heeft opgeschreven. Uit onderzoek blijkt namelijk dat meer dan 50% van de deelnemers aan dit experiment zich dit ontbrekende woord herinnert. Hieruit blijkt maar weer dat we ons geheugen verre van onder controle hebben en dat het zeer beïnvloedbaar is – meer dan je dacht.
Succes met experimenteren!
PS: Meer ontdekken over beïnvloeding? Neem een kijkje op onze ‘Alles over beïnvloeden’-pagina en volg onze wekelijkse overtuigtips.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!