[video] Inspirerende speech: 5 lessen om te spreken als generaal Van Uhm
“Niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’ maar vanuit het ‘wij’ ontstaan de goede dingen,” zo sprak generaal b.d. Van Uhm op 4 mei in zijn prachtige speech op De Dam. Miljoenen Nederlanders hingen aan zijn lippen. En ook na die dag is de speech veel bekeken en geprezen. Wat kun je als professional of leidinggevende leren van de toespraak? Hieronder vijf lessen op een rij.
Vijf lessen uit de speech van Van Uhm
- Boodschap en boodschapper vallen perfect samen in één speech. Hoe vaak zie je niet dat een manager of politicus een mooie speech geeft maar daarin oproept tot iets wat helemaal niet bij hem past. Of een eigenschap prijst waar hij zelf geen goed voorbeeld van is? In deze speech koppelt Van Uhm op een geloofwaardige manier onderdelen van zijn levensverhaal aan een oproep tot saamhorigheid. Op een manier die past bij zijn eerdere woorden en daden (zie bijv. deze veelgeprezen TED-toespraak). Dát maakt de boodschap geloofwaardig. Vraag je dus bij elke toespraak af of jij de meest geloofwaardige vertolker bent van deze boodschap. Zo nee, dan kun je beter een andere boodschap kiezen. (Of iemand anders laten speechen.)
- De speech is kort en krachtig. De toespraak van Van Uhm telt slechts 441 woorden en duurt minder dan vijf minuten. Maar dat is meer dan genoeg voor een krachtig verhaal — Abraham Lincoln had 270 woorden nodig voor een van de beste speeches ooit. De Britten zeggen wel eens dat een goede speech is als een minirok: “Long enough to cover the essentials, but short enough to hold your attention!” Probeer voor je volgende speech eens uit te gaan van maximaal vijf minuten. Met deze handige tool kun je controleren hoe lang jouw speech duurt.
- De tekst heeft ritme en cadans. Dat merk je direct al aan het begin:
In de Tweede Wereldoorlog vocht mijn vader aan de oevers van de Waal.
In die oorlog, waar mensen mensen doodden, zag mijn vader het duister.De eerste twee zinnen lopen prachtig parallel, onder meer door de vergelijkbare opbouw en lengte. Merk ook op hoe de tweede zin prikkelend eindigt door de bewust vage term ‘het duister’. Onze nieuwsgierigheid is direct geprikkeld. De speech gaat verder:
Mensen werden opgepakt. Vervolgd. Omdat ze geen ‘wij’ waren, maar ‘zij’.
Mensen werden vermoord. Uitgeroeid. Louter om wie ze waren.Opnieuw lopen de twee zinnen prachtig parellel met tweemaal een drieslag. Het tweede element (‘vervolgd’, ‘uitgeroeid’) is slechts één woord en een bewuste versterking van het woord ervoor. Ook dit versterkt het ritme en de cadans. Het is alsof je een songtekst leest.
- De speech bevat veel stijlfiguren. Een van de eenvoudigste manieren om een speech retorisch fraai te maken is de drieslag. Die komt vaak voor in de speech, bijvoorbeeld hier:
Wie dient, denkt niet alleen in ‘ik’.
Wie dient, denkt niet alleen in ‘zij’.
Wie dient, denkt ook in ‘wij’.En hier:
Dat heeft de geschiedenis ons geleerd.
Dat moeten wij blijven herdenken.
Dat moeten wij blijven afspreken.Ook het contrast (antithese) wordt vaak gebruikt in de speech. Bij een contrast vergelijk je twee dingen met elkaar. Dit kan door twee tegenovergestelden tegenover elkaar te zetten, maar ook door twee dingen te vergelijken zonder dat dit tegenovergestelden zijn. Dat werkt erg goed omdat mensen goed dingen in paren begrijpen. We definiëren veel dingen in wat ze niet zijn. Daarbovenop trekt een symmetrische boodschap meer aandacht.
Peter, miljoenen mensen is ’n keuze ontnomen. Jij hebt wel een keuze.
(…)
Want niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’
(…)
Met onszelf. En met elkaar.Daarnaast worden cruciale woorden vaak herhaald. Van Uhm gebruikte het woord ‘wij’ maar liefst zeven keer, evenals ‘dient’ en ‘dienen’. Ook ‘het duister’ en ‘duistere dagen’ komen in totaal vier keer terug.
- De speech bevat een appèl tot actie. Het komt nogal eens voor dat mensen vooral vertwijfeld achterblijven na een inspirerend verhaal. Mooi, maar wat nu? Deze speech bevat een duidelijke oproep toe saamhorigheid. En dat maakt ‘m krachtiger.
Transcript van de speech
In de Tweede Wereldoorlog vocht mijn vader aan de oevers van de Waal.
In die oorlog, waar mensen mensen doodden, zag mijn vader het duister. (anafoor; beeldspraak)Mensen werden opgepakt. Vervolgd. Omdat ze geen ‘wij’ waren, maar ‘zij’. (contrast)
Mensen werden vermoord. Uitgeroeid. Louter om wie ze waren.Mensen kwamen in verzet, bestreden de onmenselijkheid. (anafoor)
Zij moesten hun moed met de dood bekopen.
Wij gedenken hen allen met het diepste respect.Al jong kende ik hun geschiedenis.
Door de verhalen van mijn vader.
Door de verhalen van de geallieerden die vochten voor ons, een ander volk, in een ander land. (anafoor)Het maakte diepe indruk.
Op 16-jarige leeftijd keek ik om mij heen. (beeldspraak)
De Tweede Wereldoorlog was over.
Maar voor veel overlevenden ging de oorlog door.
Velen voelen (aliteratie) nog iedere dag het duister. (beeldspraak)
Ik besefte: de strijd voor rechtvaardigheid is nooit over.
De strijd voor vrijheid begint elke dag opnieuw.
In jezelf. En in de samenleving. (contrast)Ik vroeg mijzelf: “Peter, miljoenen mensen is ’n keuze ontnomen.
Jij hebt wel een keuze. (contrast)
Wat ga jij doen met je leven?
Wat ga jij doen om de wereld beter te maken?” (anafoor; retorische vragen)
Ik besloot te dienen. (raadsel/oplossing)
Omdat ik geloof dat in dienen de sleutel ligt. (beeldspraak)Wie dient, denkt niet alleen in ‘ik’.
Wie dient, denkt niet alleen in ‘zij’.
Wie dient, denkt ook in ‘wij’. (drieslag; anafoor; correctio; contrast)
Daar begint de overwinning op het onrecht.
Want vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid (drieslag), een betere wereld, die maak je samen.Ook mijn zoon besloot te dienen.
Wat was ik trots.
Hij sneuvelde.
Voor een ander volk.
In een ander land.
Vijf jaar en zestien dagen geleden.Het waren duistere dagen. (beeldspraak)
Wat heb je aan idealen, wat heb je aan die betere wereld morgen, als je er vandaag je zoon aan verliest?
Dat zijn de vragen die ook ik mijzelf stelde.
Twee weken na zijn dood stond ik hier op De Dam.
Het was 4 mei 2008.
Een moeilijk, confronterend moment.
Maar ook een bewuste keuze.Dit monument, gewijd aan de nagedachtenis van alle Nederlandse oorlogsslachtoffers, maar ook de saamhorigheid hier op De Dam en in het land, het hielp mij.
4 Mei hielp mij koers te houden in die duistere dagen (beeldspraak) waarin dienen zo’n pijn deed.
Ik hoop dat 4 mei ons allen helpt koers te houden.
Niet alleen vandaag.
Maar ook de driehonderd-vier-en-zestig dagen erna.Ik hoop dat de nagedachtenis en saamhorigheid van 4 mei ons helpt om in tijden van ‘ik’, het ‘wij’ terug te vinden.
Want niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’ (contrast), ontstaan de goede dingen.
Dat heeft de geschiedenis ons geleerd.
Dat moeten wij blijven herdenken.
Dat moeten wij blijven afspreken. (anafoor; drieslag)
Met onszelf. En met elkaar. (contrast)
Wat de tweede zin óók zo prikkelend maakt is het spel met de zegswijze ‘hij zag het licht’. Dat is een vaste uitdrukking, ingeprent in ons taalgeheugen. Zodra je hoort: [hij zag het …], dénk je al [het licht]. Maar Van Uhm laat zijn vader [het duister] zien.
Dat verschil tussen wat je denkt te gaan horen en dat wat je daadwerkelijk hoort, maakt zijn duister nog veel donkerder. Er staat namelijk licht tegenover.
Prachtig.
Heel mooi inderdaad!
Wat heb ik een bewondering voor die man!
Ook de ´cirkels´ van herhaling maken de speech krachtig. Dat versterkt het gevoel dat de speech gericht is op een ´uitkomst´ of oplossing en niet alleen een probleem benoemd.
Bijvoorbeeld door het contract´(ik,) wij en zij´ driemaal terug te laten komen, en de beeldspraak ´duister zien´ te herhalen.
De herhaling maakt de speech voor de luisteraar ´overzichtelijk´, omdat hij op die manier de centrale thema´s of hoofdlijnen in de speech vanzelf gaat herkennen.
Daarnaast lijkt in deze toespraak een taalkundig mooie truc te zitten (bewust of onbewust): Uhm stelt zichzelf drie ´wat-vragen´, ongeveer halverwege de speech. Deze lijkt hij aan het einde van zijn speech (opnieuw) te beantwoorden met drie ´dat´-stellingen. Feitelijk staan de vragen en de stellingen los van elkaar en sluiten de stelling veel beter aan bij de onuitgesproken vraag “waarom herdenken”. Echter, in het geheel van de speech benadrukt Uhm op deze wijze zijn krachtige pleidooi voor de diepe betekenis van het herdenken!
Een boeiende speech met een krachtige boodschap!
Heer uhm ik vindt u een geweldige man ik was bij u overdracht met generaal Berlijn maar wat u zei over sociaal bij defensie klopt niet ! Ik ben ernstig ziek sociaal ik herkend het niet bij defensie.
Ik wilde dit toch even kwijt.