De wetenschappers doken in de archieven en bestudeerden voor hun onderzoek het taalgebruik van Amerikaanse presidenten. Daar zitten flink wat charismatische sprekers tussen (John F. Kennedy, Franklin Delano Roosevelt, Ronald Reagan, Bill Clinton) maar ook enkele matige sprekers (George W. Bush, Jimmy Carter, Gerald Ford). Wat blijkt?
Beeldende woorden vs. conceptuele woorden
Charismatische sprekers gebruiken veel woorden die zijn gebaseerd op beelden, terwijl niet-charismatische sprekers vooral woorden gebruiken die zijn gebaseerd op concepten. Woorden uit de eerste categorie (hart, steen, groei, droom, zweet) zijn concreet en roepen direct beelden of associaties op. Het past bij het type denken waarin je fantaseert, mijmert en droomt.
Woorden van de tweede categorie zijn abstract, logisch en gericht op het oplossen van problemen. Het zijn alledaagse woorden als begrijpen, kiezen, onderzoeken, belang, kwaliteit, oplossing, mogelijk, relevant en verkeerd. Woorden die we allemaal gebruiken en begrijpen — ja, zelfs in deze tip ;). Maar we kunnen ze niet voor ons zien en dus inspireren ze ons niet.
Inspirerende voorbeelden
Doe je ogen maar eens dicht en zie deze beeldende taal van John F. Kennedy voor je:
“Together let us explore the stars, conquer the desert, eradicate disease, tap the ocean depths, and encourage the arts and commerce.”
Je voelt het zand tegen je gezicht waaien, terwijl je je vergaapt aan de sterren en denkt aan de diepblauwe zee. Zet dat af tegen deze abstracte woorden van Jimmy Carter:
“Let our recent mistakes bring a resurgent commitment to the basic principles of our nation, for we know that if we despise our government, we have no future.”
Kijk ook eens hoe andere inspirerende sprekers dat doen, zoals Martin Luther King hier in deze beeldende prachtzin vol symboliek (retorische analyse):
I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave-owners will be able to sit down together at a table of brotherhood.
En zet dat af tegen deze eerste boodschap van Rabobank-baas Rinus Minderhoud:
Als nieuwe bestuursvoorzitter zie ik het daadkrachtig leiden van de verdere invoering daarvan als één van mijn belangrijkste taken. Dat geldt óók voor andere verbetertrajecten als gevolg van de lessen uit het recente verleden. Wij nemen die geleerde lessen zeer serieus. Ik doe een uitdrukkelijk beroep op iedereen in de organisatie om open te staan voor de conclusies die we daaruit moeten trekken en ook om samen de noodzakelijke verbetertrajecten succesvol te maken.
Analyse én beelden van deze gênante toespraak » (← inclusief tips voor verandertrajecten)
Doe ook onze gratis online micro-cursus Spreken als Obama!
Volg deze link om jezelf aan te melden.
Pas je taal aan!
Het is niet zo lastig om je voor te stellen waarom dit in de praktijk zo vaak misgaat. Als manager, consultant of wetenschapper moet je analytisch sterk zijn, resultaatgericht werken en complexe vraagstukken eenvoudig in een groter kader kunnen plaatsen. Je bent waarschijnlijk op deze plek gekomen omdat je daarin uitblinkt.
Maar bedenk wel: mensen laten zich uiteindelijk niet inspireren door een abstract begrip. Een doelstelling gaat pas echt leven als iedereen dat lint op de eindstreep ziet wapperen. Vanaf nu weet je welke woorden daarbij passen — en welke niet.
(Heb je slecht nieuws maar wil je tóch inspireren? Misschien helpt deze beproefde structuur.)
Kijk uit met deze woorden
Hieronder een lijst met woorden die volgens onderzoek gebaseerd zijn op concepten. Je hoeft ze niet volledig te mijden, maar gebruik ze met mate op momenten dat je wil inspireren.
Werkwoorden:
achten, afwegen, begrijpen, begroten, bepalen, berekenen, beslissen, betekenen, beweren, concentreren, concluderen, definiëren, denken, diversificeren, evalueren, formuleren, geloven, gissen, heranalyseren, herformuleren, herinterpreteren, heroverwegen, informeren, interpreteren, karakteriseren, kiezen, kunnen, leren, neigen, onderscheiden, onderzoeken, oordelen, opiniëren, oplossen, oprichten, overwegen, plannen, raden, schatten, vergelijken, vergissen, veronderstellen, verschillen, verzinnen, voorspellen, voorzien, vormen, wegen, weten, zeggen
Zelfstandige naamwoorden:
afweging, alternatief, analyse, attribuut, basis, begrip, begroting, belang, bepaling, bepaling, berekening, beslissing, betekenis, bewering, bewijs, bron, concentratie, concept, conclusie, criterium, definitie, diversificatie, doel, effect, eigenschap, evaluatie, feit, formulering, fout, gedachte, geschiedenis, gevolg, herformulering, herinterpretatie, heroverweging, hoeveelheid, idee, informatie, interpretatie, kenmerk, keuze, kwaliteit, logistiek, model, neiging, omstandigheid, onderscheid, onderwerp, onderzoek, oordeel, oorzaak, opinie, oplossing, overweging, overweging, plan, probleem, reden, schatting, schema, thema, theorie, vergelijking, vergissing, veronderstelling, verschil, voorbeeld, voorspelling, voorziening, waarheid, weging, werkelijkheid, wetenschap
Overige woorden:
abstract, anders, behalve, belangrijk, bijna, consequent, divers, echt, enigszins, evident, fundamenteel, iets, juist, misschien, mogelijk, rationeel, redelijk, relevant, significant, toch, verkeerd, vermoedelijk, voorwaardelijk, waar, waarom, wetenschappelijk, zeker