Omgaan met tegenslag: wat iedereen kan leren van voetballers
Zaterdag was het weer zo ver: een dramatische prestatie op het voetbalveld. Met daarna, al bijna net zo tenenkrommend, de plichtmatige interviews. Let daarbij ook eens op het merkwaardige taaltje van voetballers. Bij goede prestaties gebruikt een speler de ik-vorm: “Ik kreeg een grote kans en ik schoot raak.” Mist diezelfde speler voor open doel, dan hoor je: “Je krijgt een grote kans en je schiet mis.” Ook Arjen Robben (respect dat hij wél voor de camera’s ging staan!) deed het zaterdag: “Ik was positief, ook voor de wedstrijd.” En twee zinnen later: “Je verliest met 2-0.” Waarom doen voetballers dat toch? En wat is het effect?
In een eerdere overtuigtip kon je al lezen hoe voetballers zo — vaak onbewust — geen verantwoordelijkheid nemen voor iets wat niet goed ging. Dit soort taalgebruik gaat ten koste van je geloofwaardigheid, zo schreef ik heel stellig. (Tsja, zo schrijf je weleens iets… ;-))
Omgaan met tegenslag
Onderzoek in de laatste uitgave van Science werpt een nieuw licht op de zaak: zulk taalgebruik helpt je beter om te gaan met tegenslag. Als je “jij” gebruikt bij het bespreken van negatieve ervaringen, kun je de situatie ‘normaliseren’ en er van een afstand op reflecteren, vertelt onderzoeker Ariana Orvell in een toelichting. Formuleringen als “You win some, you lose some” (ja, ook in het buitenland zeggen sporters veel “je”) maken een situatie minder beladen: het had iedereen kunnen overkomen.
En een sporter zal niet snel dit zeggen: “Wanneer ik boos ben, zeg ik dingen waar ik spijt van krijg.” Maar dezelfde boodschap kun je laagdrempeliger communiceren door te stellen: “Wanneer je boos bent, zeg je dingen waar je spijt van krijgt.”
Traumatische ervaringen
Mark Sicoli, antropologische taalkundige aan de Universiteit van Virginia, zegt dat dit onderzoek geweldige mogelijkheden biedt voor mensen die traumatische ervaringen willen verwerken: “De conclusies zijn erg robuust over meerdere onderzoeken. Ze tonen ons niet alleen hoe taal de manier beïnvloedt waarop we gebeurtenissen herinneren, maar ook dat over zulke negatieve ervaringen praten helpt bij het framen en reframen van de gebeurtenis.”
Kunnen we tóch nog iets leren van voetballers.
Ps Voetballers zijn overigens niet de enige die er rare gewoonten op nahouden als het gaat om persoonlijke voornaamwoorden. Is je wel eens opgevallen hoe vaak fans na de wedstrijd zeggen dat “we” hebben gewonnen, maar “ze” hebben verloren?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!