Regelmatig krijgen we bij Debatrix de vraag of we speeches en presentaties kunnen herschrijven om ze overtuigender, meeslepender of duidelijker te maken. Eén ding valt op in bijna alle anekdotes die we lezen: ze beginnen met de clou. En met één simpele truc kan dat anders.
Subtiel en toch dodelijk
“Het mayonaise-incident. Wat Hans betreft is een borrel niet compleet zonder een overdosis frituur, maar niemand zal de dag vergeten dat hij zelf de mayonaise vergat…”. (Lees verder om te zien hoe deze anekdote óók verteld had kunnen worden)
Het weggeven van de clou gebeurt bij de aankondiging van de anekdote. In plaats van mensen direct mee te nemen, wordt de anekdote aangekondigd met een spannende opening … én meteen de samenvatting van het verhaal.
Het publiek weet al vanaf de eerste zinnen waar het ‘mis’ gaat en verliest interesse. De anekdote zal dus veel minder effect hebben.
Zo sexy als een steunzool
Het is saai om naar te luisteren en tóch vertelt bijna iedereen op deze manier een verhaal. Vooral mensen met veel structuur en weinig tijd maken zich hier schuldig aan. Dit ligt aan het schrijfproces. Vaak begin je met een verzameling van onderwerpen waarover je het wil hebben. Vervolgens zet je deze in een logische volgorde en van daaruit werk je verder. Klinkt dat praktisch? Zeker. Maar praktisch is niet altijd even aantrekkelijk.
Alles het raam uit?
Het probleem van het gestructureerd opbouwen van je verhaal is dat het onderwerp (“het mayonaise-incident”) de samenvatting van je anekdote is. Dus kondig je de clou aan en … weg is de spanningsboog.
Maar gooi niet direct alle structuur het raam uit. Praktisch kan in een handomdraai ook spannend zijn: Schrijf de anekdote uit, zoals je normaal doet. Lees je verhaal daarna nog een keer en vind de clou (deze zit vaak in de tweede zin). Als je deze naar het eind van je verhaal verplaatst, ervaar je zelf dat de spanningsboog bij je publiek beter is. Bijkomend voordeel: je hebt meteen een slot dat blijft hangen!
En zo zit het met de mayonaise…
“De dag dat ik hem leerde kennen, was Hans eindverantwoordelijk voor de vrijdagmiddagborrel op het dakterras. In de koffiepauze kwam hij al naar me toe en zei ‘Hebben jullie geen frituur?’. ‘Welnee’ antwoordde ik’ ‘Meestal halen we gewoon wat chips bij de supermarkt’. ‘Laat mij het maar regelen’ antwoordde Hans en hij verdween.
Een paar uur later stonden we met zijn tienen op het dak van het zonnetje te genieten, toen iemand zich afvroeg waar Hans was. Een kwartiertje later ging de bel. Daar stond hij dan, met twee kersverse frituren en een winkelkar vol bittergarnituur en frites. ‘Ik kom niet bij jullie werken als jullie de vrijmibo’s niet naar een hoger niveau gaan tillen’, verklaarde hij trots.
De borrel kon nu écht beginnen. Onze directeur kwam ook even een kijkje nemen en wendde zich toen tot Hans, die het zweet van de moeite nog op zijn voorhoofd had staan en stiekem wel op een complimentje stond te wachten. ‘Allemaal leuk en aardig’, sprak onze directeur, ‘maar.. waar is de mayonaise?’.”.
George! Ik snap de Clou nie!
Let op! Bij langere verhalen raden we aan om te werken met meerdere mysteries of met meer verdiepingen. Zo kun je tussendoor al delen van de clue weggeven. Hiermee voorkom je dat mensen afhaken. Een goed boek bewaart ook niet de clue tot de laatste alinea.