Spreek Wilders zélf eens aan op zijn gedrag
Vandaag praten fractieleiders over de toon bij de Algemene Politieke Beschouwingen van twee weken geleden. Die toon werd gezet door Geert Wilders — die vandaag overigens afwezig is. Premier Mark Rutte werd toegebeten “eens normaal” te doen. PvdA-leider Job Cohen werd gediskwalificeerd als “bedrijfspoedel”. nrc.next vraagt zich af: hoe pak je Wilders verbaal aan? Een advies van debatexperts Lars Duursma en John Bijl.
Illustratie ©Hajo
De ‘verwildering’ van het parlementaire debat domineert weer eens de discussie in politiek Den Haag. Politici noemen het taalgebruik van Geert Wilders uniek en ongekend. Blijkbaar weten ze niet wat er in het land speelt; in de lokale politiek worden vrijwel dagelijks zulke ‘onparlementaire’ uitspraken gedaan. Alleen al in de laatste twee weken werd een fractievoorzitter uitgemaakt voor “domme gans”, maakte een deelraadslid een ongepaste vergelijking met Nazi-Duitsland en werden inwoners van Griekenland getypeerd als “knoflooketende strandstoelzitters”.
Verkeerde reflexen
Wat in vergelijking met de lokale politiek opvalt, is dat Haagse hoofdrolspelers zelden Wilders zelf aanspreken op zijn gedrag. Meestal vervalt men in twee reflexen. De eerste is een appèl aan de voorzitter van de vergadering: “Voorzitter, zo gaan we toch niet met elkaar om!” Men loopt direct naar de juf zonder de ‘boosdoener’ zelf aan te spreken — en ook nog een juf die in het verleden heeft aangegeven het niet als haar taak te zien om ‘kleuters’ tot de orde te roepen. Weinig effectief dus.
De tweede reflex is een verzuchting in de media over de toon van het debat (“het was weinig verheffend”, “ik vind het niet kunnen”). In beide gevallen wordt niet met maar over Wilders gesproken. Het gevolg: de opmerking zelf wordt niet inhoudelijk weerlegd. Bovendien biedt deze aanpak de PVV-leider een uitgelezen kans om zich af te zetten tegen het door zijn achterban zo gehate politieke establishment.
Hoe dan wel?
Hoe had Cohen beter kunnen reageren?
Vraag Wilders: “Denkt de heer Cohen dat de PvdA-kiezer hem heeft gekozen om oppositieleider te zijn met tanden, of de bedrijfspoedel van Rutte-I?”
Antwoord:
(parafrase) “Voorzitter, de heer Wilders vraagt mij of we ons enkel beperken tot oppositievoeren of ook dingen gedáán willen krijgen.”
(antwoord) “De Partij van de Arbeid steunt maatregelen wanneer we vinden dat deze aansluiten bij ons verkiezingsprogramma en goed zijn voor het land. En waar het kabinet plannen presenteert die desastreus zijn voor onze samenleving, zullen we die binnen en buiten de Kamer bestrijden.”
(spin) “We zijn een waakhond: we houden het kabinet streng in de gaten en komen op voor de zwakkeren in de samenleving, een eerlijke verdeling van de lasten en werkgelegenheid voor alle lagen van de bevolking. Mét of zonder dit kabinet.”
Als de beledigende woorden over jou gaan, doe je er vaak het beste aan om niet de woordkeus aan te vallen maar op de inhoud van de opmerking te reageren. Job Cohen werd in een vraag van Wilders weggezet als “bedrijfspoedel”. De PvdA-leider negeerde de vraag en zette op zijn beurt Wilders weg als een kleuter. Dat kan beter!
Tijdens onze trainingen leren we deelnemers een eenvoudig stappenplan om lastige vragen te beantwoorden. Parafraseer de vraag eerst in jouw eigen woorden, geef een kort en krachtig antwoord en breng de discussie vervolgens terug naar een voor jou belangrijk onderwerp (spin) – zie kader. Neem nooit zelf beladen termen in de mond: daarmee valideer je ze en geef je ze meer aandacht. Door te parafraseren dwing je jezelf bovendien om de vraag rustig, zakelijk en inhoudelijk te beantwoorden in plaats van je af te laten leiden door de vorm.
Anders wordt het als woorden kwetsend zijn voor iemand anders: een collega die zich niet kan verdedigen, een staatshoofd of zelfs een hele bevolkingsgroep. In dat geval kun je het beste de spreker direct aanspreken op diens woordkeus. Vraag door naar het beoogde effect (“Voorzitter, ik zou de heer Wilders graag een vraag willen stellen: wat wil hij nu bereiken met zo’n opmerking?”). Leg in eenvoudige taal uit waarom een bepaalde kwalificatie binnen én buiten de Kamer getuigt van weinig fatsoen; de spreker beledigt bijvoorbeeld iemand die zich op deze plek niet kan verdedigen.
Probleem van het parlement
Hoe had Rutte beter kunnen reageren?
Opmerking Wilders: “Wat ach? Doe eens normaal man!”
Reactie Rutte: “Voorzitter… Ik ben hier graag te gast maar zou het op prijs stellen als Kamerleden mij in mijn functie als minister-president met respect toespreken.”
De opmerking van Wilders richting Mark Rutte is een bijzonder geval. Je kunt Rutte als minister-president niet verantwoordelijk houden voor het taalgebruik in de Kamer. Hij is daar te gast bij zijn ‘baas’: het parlement. Doorgaans ziet hij die verhoudingen scherp, maar met opmerkingen als “sjongejonge” en “doe zelf eens normaal!” viel hij uit zijn rol. Het was verstandiger geweest om zich niet zelf tot Wilders te richten, maar te laten zien dat onparlementair woordgebruik vooral een probleem van het parlement is. Door zelf in de tegenaanval te gaan, ontnam hij de Kamer een kans om Wilders direct aan te spreken op zijn woorden.
Het was begrijpelijk dat Rutte — en dat geldt ook voor Cohen — vanuit een emotionele reflex reageerde. Maar soms moet je als politicus even op je lip bijten voordat je iets zegt. Het is prima als je zegt wat je denkt. Nóg beter is als je nadenkt over wat je het beste kunt zeggen.
Dit artikel verscheen naast een advies van Jan Kuitenbrouwer. Lees hier zijn advies.
Geachte Redactie
20/12/21
Bedrijfspoedel
Hoe zou het debat zijn verlopen, indien dhr. Cohen de geachte afgevaardigde van de politieke beweging die bekend staat onder de naam PVV, hartelijk had bedankt voor zijn scherpe analyse van de rol van de PvdA in de tweede kamer en de hem toegevoegde titel van bedrijfspoedel:
“Mevrouw de voorzitter, wij danken de geachte afgevaardigde voor zijn bijzondere beeldspraak. Wij wisten niet dat de minister-president een hondenliefhebber was. Wij feliciteren hem echter met zijn keuze. De poedel is een prachtige hond die thuis hoort bij de klasse van jachthonden. Hij kan zwemmen en duiken. Het betreft een zeer oud ras met mooi zwart of soms effen bruin haar. Niet zoiets als het type dat, zoals ik sommige mensen heb horen beweren, in Venlo is gekweekt (een onbestemd bastaard type) met zulk lelijk haar, dat het regelmatig moet worden geblondeerd! Het blijkt bovendien een bijterig type te zijn met een slecht karakter dat continue bewakers om zich heen nodig heeft om de mensen tegen hem te beschermen. De geachte afgevaardigde zal er geen bezwaar tegen hebben dat wij in zijn beeldspraak het debat voortzetten. Maar ik zou er echter graag een ander beeld naast willen zetten, dat van Talos.
Talos
Het heeft even geduurd voordat het inzicht bij mij doordrong, dat de heer Wilders veel beter vergeleken kan worden of kan worden gezien als een hedendaagse Talos. Als beschermer van Nederland. `Talos` (Grieks: Τάλως; Latijn: Talus) was in de Griekse mythologie een reus , die Kreta beschermde en drie keer per dag langs de kust rende (om het hele eiland heen) om het te beschermen tegen aanvallen van piraten. Hij gooide rotsblokken om ze te vernietigen. De heer Wilders beschermt Nederland tegen aanvallen van buitenaf zoals de Islam en Europa en de Euro, die de souvereiniteit van ons vaderland in zijn ogen aantasten. Hij rent Nederland rond als (volgens sommigen) als een ‘kip zonder kop’ om ons te verdedigen. Hij beschermt ons ook tegen interne aanvallen van met name de linkse hobbyisten en daartoe gooit hij niet met rotsblokken , maar gebruikt hij voornamelijk verbale stenen, zoals ‘kopvoddentaks’, ‘bedrijfspoedel’, ‘haatpaleizen’, ‘Arabisch stemvee’, ‘Eurabië’, grachtengordel, ‘tsunami van asielzoekers’, ‘massa-imigratie’, “knoflooketende strandstoelzitters”, etc.”
Zou een dergelijke reactie afbreuk hebben gedaan aan de heer Cohen, een gentlemen in de politiek, beleefd, vriendelijk. Een man die erop uit is het land te dienen en niet te scoren voor eigen gewin?
Telos.
Dank voor je reactie! Interessante invalshoek, hoewel ik vrees dat zulke repliek te lang duurt voor de onlinercultuur in politiek Den Haag…