Ben jij wel open genoeg?
De spreekkamer van de dokter lijkt er wel op ingericht: twee mensen, waarvan de een wel eens even vertelt hoe het zit — en de ander moet luisteren. Het leidt niet tot de productiefste gesprekken. Hoe laat ik mijn patiënt, in een setting die mensen vaak tegen over elkaar zet, zien dat we eigenlijk aan dezelfde kant staan?
Communicatie is tweerichtingsverkeer. Ook als ik niet aan het woord ben, ben ik in gesprek met mijn patiënten. Namelijk non-verbaal. En ook al is het onbewust, je bent altijd aan ‘het zenden’ – non-verbale communicatie kún je niet uitzetten. In gesprekken met de patiënt, waar een boodschap nog al eens lastig kan vallen of moeilijk is, ben ik me daarom altijd bewust van wat ik zeg én wat ik uitstraal.
Hoe doe je dit?
Tijdens een consult zorg ik voor een zo open mogelijke houding. Ik leun enigszins achterover om ruimte te maken voor de ander. Ik hang mijn schouders naar achter en houd mijn armen uiteen om een ontvankelijke indruk te maken. Ik hou m’n handen ontspannen en uit elkaar. Gevouwen handen en zeker armen maken een gesloten indruk. Gebalde vuisten stralen ongenoegen uit. Niet doen, dus! En ik heb me aangeleerd tijdens het gesprek geregeld mijn houding even te controleren: zit ik nog goed? Het kan eenvoudig even wanneer de ander aan het woord is. Je zult namelijk merken dat je houding vaak onbewust weer ‘terugvalt’.
Ik ben er zeker van dat deze tip niet alleen geldt wanneer je iemand een moeilijke diagnose of over vervelende bijwerkingen van de behandeling moet vertellen. In elk gesprek waar het belangrijk is dat jouw boodschap begrepen wordt zoals je ‘m bedoelt (en waar is dat niet?) is het van belang je steeds bewust te zijn van wat je met lichaamstaal zegt.
Het kost wat moeite er aan te wennen en aanvankelijk wat tijd in het gesprek, maar die investering betaalt zich terug. En wel met de bonus waar het uiteindelijk om draait: vertrouwen, en een flinke ‘gunfactor’. We zijn opeens lid van hetzelfde team geworden.
Deze tip is geschreven door onze klant Hanneke Kouwenberg, zelfstandig werkend nucleair geneeskundige. Eerder volgde zij onze masterclass Overtuigingskracht voor professionals. Heb jij ook een tip die je graag wilt delen? Stuur ‘m dan op!
Klopt helemaal. Wat enorm helpt is ook fysieke barriere’s wegnemen. Dus niet een bureau tussen arts en patient, je kunt op de hoek gaan zitten of de bezoeker daar laten zitten of een heel andere setting maken. Dit maakt de communicatie makkelijker en opener. Dit werkt ook in overlegsituaties. Ga bij de vergadertafel niet tegenover de persoon zitten waar je iets van wil maar op de hoek, dan heb je al een afstand overbrugd!
Uiteraard speelt “body language” een grote rol bij hoe een bepaalde boodschap overkomt. Als je een ongeïnteresseerde indruk maakt, zal je gesprekspartner zich minder snel laten overtuigen dan wanneer je je empathisch toont.
Ik vraag me echter af of het helpt om zo bewust met je houding bezig te zijn als beschreven in de tip. Het lijkt me dat dit al snel kunstmatig overkomt, waardoor je het risico loopt dat je juist het tegenovergestelde bereikt van wat je wilt: de “klant” voelt zich niet serieus genomen, en de gunfactor is weg.
Het lijkt mij veel beter om te proberen je daadwerkelijk te interesseren in de andere partij. De “open houding” komt dan vanzelf. Met “open houding” bedoel ik dan een houding waaruit een natuurlijke interesse blijkt, dit kan best een houding zijn met gevouwen handen, de armen over elkaar, of wat dan ook.
Als je tijdens het gesprek bewust bezig bent met (quasi-) “open” zitten, en je merkt dat je steeds terugvalt, is dat een teken dat je jezelf niet genoeg in de andere partij interesseert. Mijn tip zou zijn om dan beter te luisteren. Wat meer is dan alleen maar aanhoren.
B.W., ik ben het goeddeels met je eens. Toch, je zult het met me eens zijn dat je eigen associaties en gedachten in gesprekken niet stilstaan, en -zeker bij wijdlopige gesprekspartners – je je ook gewoon kunt gaan ergeren. De tip is dan ook niet bedoeld voor gesprekken die een heel natuurlijk verloop hebben tussen mensen die van nature een open houding hebben, maar voor de situatie waarin je een gereserveerde of ronduit sceptische gesprekspartner hebt. Of een die aankomt met argumenten waar je het volstrekt mee oneens bent. (In mijn geval: wat is er een berg medische onzin op het web te vinden!) Dan is het zaak om je eigen uitstraling te bewaken. De eerste reactie is namelijk al gauw: afkappen, in de reden vallen of ja-maren. Of jezelf op de voorgrond plaatsen. Zoiets gaat vaker onbewust dan bewust – een confronterende les uit mijn co-schappen. Een beetje meebuigen houdt de sfeer goed, maakt dat je in hetzelfde kamp terecht komt, en maakt het gemakkelijker bij te sturen. Bovendien: bijgestuurd gedrag maakt het niet onoprecht! Mensen zijn kuddedieren, en twee personen is de kleinste groep.
Ik geef toe, we zijn allemaal mensen. Beter luisteren is misschien het ideaal, maar soms heb je daar de energie niet voor, of is er geen touw vast te knopen aan het verhaal dat je krijgt voorgeschoteld. “Grin and bear it” kan dan effectief zijn, ondanks dat het voortkomt uit je eigen onkunde om je gesprekspartner mee te nemen van zijn eigen standpunt naar het jouwe. Als aan het eind beide partijen maar tevreden zijn.
B.W. met jou was ik het helemaal eens in je eerste reactie. Mijn vraag is: wil je echt dat je gesprekspartner van zijn standpunt naar het jouwe gaat? Of wil je dat je gesprekspartner een voor hem goed keuze maakt?
Letten op lichaamshouding en andere non-verbale signalen is goed. Niets zo verwarrend als iemand die zegt “ik sta open voor ieder gesprek” terwijl hij met de armen over elkaar, voorover achter een bureau gaat zitten. Het leuke is, dat het ook andersom werkt. Wees je bewust van welke indruk je krijgt van de non-verbale signalen van je gesprekspartner. Reageer er op als deze indruk niet strookt met het verbale verhaal. Dan kan de ander eventueel bijsturen. Het kan best zijn dat de ander gewoon last heeft van zijn rug en daarom zo zit. Hou daar rekening mee.