Nabeschouwing
Een eerste analyse van het EénVandaag-debat door debatexperts van Debatrix
Behoedzaam meden de lijsttrekkers elk onnodig risico in het EénVandaag-debat, zo analyseren de debatexperts van Debatrix. In vergelijking met eerdere verkiezingsdebatten werd er weinig aangevallen. Inhoudelijk draaide het debat uit op een herhaling van zetten, waarbij de lijsttrekkers vooral inmiddels bekende soundbites aanhaalden. Met de voorsprong die de VVD nu heeft zal vooral Mark Rutte daar blij mee zijn.
Het was daarbij vooral opvallend met hoe weinig pathos (bezieling) de lijsttrekkers hun punten brachten. Zelden deden ze een poging de kiezer te doordringen van het belang van deze verkiezingen. Zelden brachten ze hun argumentatie met gevoel en illustreerden ze deze met aansprekende voorbeelden of anekdotes. En zelden zal de kiezer echt in beroering zijn gebracht door de bijdrage van de lijsttrekkers.
Mark Rutte deed overduidelijk zijn best om deze keer rustiger te spreken. Bij eerdere debatten haalde hij een spreeksnelheid van tot 290 woorden per minuut: bijna twee keer het gebruikelijke spreektempo in een gesprek. Maar nu maakte hij een rustige en beheerste indruk. Anders dan bij eerdere debatten toonde hij regelmatig een moment van reflectie, afweging en zelfs twijfel. Wellicht om te voorkomen dat hij met zijn felheid zwevende kiezers af zou schrikken. Hij viel vooral Balkenende hard aan (“dat is pas asociaal”) en herhaalde verder veel van zijn eerdere punten. Applaus kreeg hij voor zijn veelbekende metaforen (“Wat u doet is met een sneeuwschuiver alle problemen voor u uit schuiven”).
Geert Wilders behaalde zijn belangrijkste overwinning tijdens de onderhandelingen voorafgaand aan het EénVandaag-debat. Opnieuw wist hij binnen te halen dat éénderde van de uitzending over zijn issue ging met een stelling die niemand behalve hijzelf ondersteunde. Zo stond van tevoren vast dat hij een aanzienlijk deel van de uitzending zou domineren op het voor hem electoraal meest interessante thema. In het debat met Job Cohen beperkte hij zich tot persoonlijke aanvallen op de PvdA-leider, waarbij hij zichzelf juist kwetsbaar toonde door over zijn beveiliging te beginnen.
Job Cohen deed het wederom beter dan in voorgaande debatten. Hij kwam sneller tot de kern van zijn argumenten en wist zich goed staande te houden in het debat met Wilders. Opvallend was het moment waarop hij zichtbaar genoot van het applaus na zijn oneliner: “De stelling dat er een halt moet worden geroepen aan de islam is onjuist, er moet een halt worden geroepen tegen radicalisme.” Hij verhief zijn kin waardoor hij Wilders triomfantelijk, uitdagend en strijdbaar aankeek (zie foto). Lang kon hij niet genieten, want in de slotseconden van het één-op-ééndebat raakte hij zijn verhaal kwijt. Verrassend was ook dat hij zo overduidelijk op safe speelde en zich leek neer te leggen bij een gelijkspel met Rutte. Vreemd, want om Rutte te verslaan had hij toch echt een klinkende overwinning nodig.
Femke Halsema verschoot haar kruit in het eerste debat over sociale zekerheid, waar ze bijna de helft van de tijd aan het woord werd gelaten. Ze kwam vier keer aan het woord voordat Balkenende en Wilders de kans kregen om aan te geven wat zij van de eerste stelling vonden. In het economiedebat kwam ze er daarentegen nauwelijks aan te pas. Halsema miste de bezieling die ze bij eerdere debatten toonde: daardoor was ze veel in balbezit zonder daadwerkelijk te scoren. Zo gaf ze aan dat ze opkwam voor “outsiders” terwijl het toch zeer de vraag is hoeveel kiezers zich onder de outsiders zullen rekenen.
Emile Roemer leek vooral een momentenvoetballer. Zo zag je ‘m een tijd lang niet, dan was hij daar weer met een voorbereide grap of oneliner. Inhoudelijk wist hij echter weinig aan het debat toe te voegen, vooral omdat hij er zelden in slaagt om zijn grappen en oneliners te koppelen aan de inhoudelijke boodschap van de SP.
Jan-Peter Balkenende maakte een opvallend ingetogen indruk. In tegenstelling tot eerdere debatten viel hij nauwelijks aan. Bij de vorige verkiezingen was hij degene die volop werd aangevallen. Nu lieten de andere lijsttrekkers hem links liggen. De combinatie – niet aanvallen én niet aangevallen worden – leidde ertoe dat Balkenende vrij onzichtbaar was in het debat.
Door onze experts Lars Duursma, Victor Vlam en John Bijl.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!